NL: Dit concert is i.v.m. de corona crisis afgelast. Er is nog geen zicht op een nieuwe datum.
Restitutie aanvragen? Mail dan voor 31 oktober naar [email protected] o.v.v. [naam evenement] en vermeld je IBAN, naam en woonplaats.

EN: This concert is cancelled due to the corona crisis. Unfortunately there's no new date scheduled yet.
To get a refund, send an email before October 31st to [email protected] with the name of the event, your IBAN, name and city of residence.

Vragen/questions? [email protected]

---

Ken je dat? Dat als je muziek van een bepaalde band echt heel mooi vindt het zich te pas en te onpas aan je opdringt? Alsof er steeds een liedje van de betreffende band of artiest van toepassing is op de situatie waarin jij je op dat moment in bevindt. Misschien is dat hoe het werkt met mooie muziek: het wordt een onderdeel van je leven.

Als ik na mijn werk bij de lokale supermarkt naar binnen loop voor de boodschappen zing ik soms zachtjes: “And every night at Jumbo's…” en als ik omhoog staar naar de voorbij drijvende wolken probeer ik het gezicht van Jozef Stalin te herkennen. Vorig jaar was ik in Rome. Toen we ons op het Forum Romanum vergaapten aan de restanten van de oude Romeinse tempels keek ik naar de Tarpeische rots, waar de Romeinen hun misdadigers vanaf smeten. “Throw ‘m off the rock!” hoorde ik in mijn achterhoofd. Dat neuriede ik dan maar niet hardop.

Protomartyr is voor mij de band die de afgelopen jaren het meeste indruk heeft gemaakt. Gezien het feit de band twee keer op rij de Vera-poll won zal ik niet de enige zijn bij wie dat zo was. Het was frontman Joe Casey die me de eerste keer hevig intrigeerde. De eerste keer dat ik de band zag deed hij me aan mijn leraar aardrijkskunde denken. Een ogenschijnlijk verstrooide man, met een oud colbertje, die óf een mooie monoloog zou gaan afsteken óf in een flinke driftbui zou belanden. Hoewel hij flink stond te schreeuwen, bleek Casey toch vooral een verhalenverteller, die zich niet heel prettig voelde op het podium. Uit de binnenzakken van zijn colbertje dook steeds een nieuw blikje bier op. Hij dronk zich moed in en dan volgende er weer een liedje.

Joe Casey ziet het gezicht van Jozef Stalin in een wolkenpartij en hij beschrijft de eeuwige dronkenlappen in een lokale kroeg: Jumbo’s was een café in thuisstad Detroit. Het gaat bij Casey om het zoeken naar waarheid en de onmogelijkheid om die te vinden. Behoorlijk filosofisch en bepaald geen lichte kost. De waarheid, zo constateert hij gelaten in het onwaarschijnlijk mooie 'Half Sister', is als een paard met koliek.

Achter Casey’s droeve verhalen staat een band die alleen maar beter lijkt te worden. Ze spelen niet alleen alsof de duvel ze op de hielen zit: ze rennen prachtig voor hem uit, met speelse baslijnen en inventief gitaarwerk. Op debuutplaat ‘No Passion, All Technique’ laat de band uiteraard het omgekeerde horen: schuimbekkend razen ze door een berg postpunknummers heen, waarbij de nadruk op punk ligt. Op elke plaat daarna vinden ze meer nuance en meer diepgang. Steeds meer wordt de punk post en elk bandlid lijkt zich steeds meer te beseffen dat ze elkaar naar steeds grotere hoogtes kunnen opstuwen. Giftige postpunk, zelden vrolijk maar ergens is er een streepje licht en de hoop gaat nooit verloren.

Zo zijn we vier platen verder en elke plaat komt harder aan. Joe Casey is al lang niet meer mijn oude aardrijkskundeleraar, die het stiekem doodeng vindt om op een podium te staan schreeuwen. Joe weet dat verlegenheid een wapen is, dat het gaat om de verhalen en dat antihelden de allerbeste helden zijn. Zeker als je zo'n geweldige band achter je hebt staan.

- Bart

NB. En dan komt er dit jaar gelukkig weer een nieuw album uit, maar wel pas na dit vrij exclusieve optreden in VERA. Want met EKKO samen hebben we de eer twee kleine shows te mogen organiseren, waarbij er veel nieuw werk langs zal komen. Later dit jaar komt het nieuwe album gevolgd door de grote zalen.