Charlie Parr uit Duluth, Minnesota is een banjo-, dobro- en acoustische gitaarvirtuoos, die zijn hele oeuvre heeft gebaseerd op traditionele blues, country en folk uit het begin van de vorige eeuw. De bescheiden Charlie zal zichzelf echter nooit virtuoos noemen, maar het eindeloos maar door blijven spelen, gekoppeld aan een bijzonder gevoel voor een puur, eerlijk, rauw en onversneden authentiek geluid heeft van hem wel een uitzonderlijke muzikant gemaakt. Die aan de traditionele muziek weer zijn eigen invulling weet te geven, want muziek moet volgens Parr ook voortdurend in beweging zijn. Samen met bands als Trampled By Turtles en Low (hier in Vera welbekend) is hij tegenwoordig het gezicht van de muziekscene in Duluth, waarbij de bands onderling weer samenwerken op elkaars platen.

"It's great to see some of the genre-blending that's happening now, and I think we'll end up near where we started with music in general defying strict categories. The idea of folk-music now seems to be headed in a direction where people are taking that to mean that they can make their own music, whatever the genre, and that gets to the heart of the matter, I think. There will always be a folk-revival going on, as long as people get involved in the music."

Zo'n veertien jaar geleden geeft Charlie zijn baan bij de daklozenopvang op om zich geheel aan zijn muziek te wijden. Weer vier jaar daarna krijgt zijn nieuwe loopbaan een onverwachte en ironische internationale boost als het voor zijn overleden vader gemaakte '1922 Blues' wordt gebruikt voor een commercial van een grote mobiele provider in Australië en Nieuw-Zeeland. Verder weg van de in deze en de meeste commercials getoonde nepwereld vol valse sentimenten kun je namelijk niet zijn als je Charlie Parr heet. Maar Charlie is een sociaal en bescheiden man en als iemand hem aardig vraagt of zijn song gebruikt kan worden, dan vindt hij het goed, 'Sure, as long as you don't mess with the song, I'm all right'. En zo kan een reclameman met een voorliefde voor traditionele blues er ineens voor zorgen dat Charlie Parr bekend wordt ver buiten het noorden van Minnesota.

Het begint allemaal in zuidelijk Minnesota, in Austin, met de platencollectie van zijn vader, die net als zijn moeder werkzaam is in de plaatselijke vleesverpakkingsfabriek. Als vier-jarige gebruikt de kleine Charlie de hoezen van de collectie bij gebrek aan beter als tekenpapier. Pa, of aan het werk of uitgeput op de bank, merkt het niet eens. Of vindt het allemaal wel best zolang de platen nog maar te draaien zijn. Want de muziek, daar draait het om. Dat merkt de kleine Charlie ook, als hij een aantal jaren later echt naar de platen begint te luisteren. Een heleboel country en blues, maar die paar vreemde, oude platen weten hem pas echt te pakken. Leadbelly en Woody Guthrie en vooral de platen van oude bluesgitaristen als  Lightning Hopkins, Albert King en Mance LipsComb, waar hij maar geen genoeg van kan krijgen. En die verzamelaar met Mississippi John Hurt. Zo wil Charlie ook leren spelen!

Zijn vader geeft Charlie daarom op zijn achtste zijn eerste gitaar en vanaf dan begint zijn eindeloze obsessie met muziek. Spelen, spelen, spelen. Leren stemmen met het geluid van de plaat. Allemaal traditionals leren, fingerpicking techniek leren. Eigen nummers maken. En nooit is een nummer af, als Charlie een nummer als af beschouwd dan is het voor hem ook echt klaar, dan hoeft hij het niet meer te spelen. Er valt dan toch niets meer aan te veranderen. Gelukkig is dat in zijn leven maar vier keer gebeurd. Bij een optreden van Charlie Parr krijg je dus elke keer (lichtelijk) andere versies van nummers te horen. Zijn vriendjes, die in rockbands spelen kijken Charlie vreemd aan, als hij eens zijn gitaar pakt. Hij houdt welzeker van Black Sabbath, maar niet om zelf te spelen.

Als hij begin jaren tachtig de bekende folk en countryblues muzikant Spider John Koerner - eveneens uit Minnesota - leert kennen, staat zijn levenspad definitief vast en zal dat hem 13 officiële platen, 250 optredens per jaar en meer dan 300.000 kilometer verder brengen. Met ups en downs en in zijn jongere jaren het gevecht met koning alcohol. En natuurlijk die boost in Australië, waar hij samen met singer-songwriter Paul Kelly mag touren in 2009. Daarna leert de hele wereld de sympathieke Charlie Parr met zijn vliegensvlugge techniek en zijn grappige anekdotes kennen.

Op zijn laatste plaat 'Dog' (2017) zijn zijn persoonlijke vertellingen echter iets minder grappig, aangezien die handelen over de klinische depressies, die hem de afgelopen jaren parten hebben gespeeld. Maar Charlie weet ook zijn persoonlijke leed op een hoopvolle manier van zich af te schrijven en te relativeren. Aanvankelijk wil hij de plaat alleen opnemen, maar na aandringen van een vriend wordt de hulp ingeroepen van een aantal bevriende muzikanten. Net als bij zijn andere (al of niet live) opnames in pakhuizen, garages, bars, kerken, kelders en op straat wordt alles in een keer ingespeeld, alsof een stel vrienden al spelend een muzikaal feestje bouwen. En ondanks de aanleiding spat het pure spelplezier er weer van af en dat zal deze avond in Vera niet anders zijn.

En ook bij Joost Dijkema zal dat niet anders zijn. Iets meer dan een jaar geleden presenteert hij 'Sacred Revelations' (2016) in Vera, zijn eerste soloplaat. Net als Charlie Parr heeft Joost zijn demonen te bezweren en is hij open in zijn worsteling met de drank, zoals te lezen is in het boek van Igor Wijnker, 'Rock City'. Misschien heeft het te maken met een bepaalde bezetenheid , want ook bij Joost is het spelen, spelen, spelen om de razende fingerpicking licks van de snaren te kunnen laten spatten.

En evenals Charlie komt Joost al op jonge leeftijd in aanraking met blues, bluegrass en folk tijdens zijn jeugd in Rolde. Eerst als hij als vierjarige door ouders meegenomen naar een optreden van Lefthand Freddy en later door zijn werk in bluescafé de Amer.

"Ik was er vrij vroeg bij dat ik die muziek beleefde, ervoer en ook snapte. Ik luister niet veel naar americana meer. Meer naar country rock uit de jaren 70. Obscure countryrock met een psychedelische twist. Dat vind ik mooi en dat hoor je ook wel terug in mijn muziek."

Hij neemt die beleving uit zijn vroege jeugd pas later mee naar zijn eigen muziek, want eerst speelt hij met zijn broer Jeroen en een aantal vrienden in luidruchtige garage- en punkbands. Gerepeteerd wordt er in de garage van de bed & breakfast van zijn ouders. Daarna gaat Joost naar Groningen, waar hij in Vera op zijn vijftiende al stage loopt voor een muziekopleiding, die hij al snel zal afkappen. Joost is meer iemand van de praktijk. Met vallen en opstaan, maar dan toch stug volhouden. De eerder genoemde bezetenheid met de muziek.

Na garagepunkband The Loud Squirts met broer Jeroen speelt Joost in het meer rootsy rockende Reverse Cowgirls en het luid garagerockende Recipees. Fingerpicking pakt hij toevallig op, als hij vlak voor een optreden een nagel breekt en noodgedwongen vingerplectrums gebruikt. De techniek bevalt hem wel en na oefenen, oefenen en nog eens oefenen brengt hem dat 'Sacred Revelations' en naar voorprogramma's in een volle Oosterpoort. En naar vele, vele optredens achter elkaar, soms zelfs op dezelfde dag. Voor 2018 is het plan gevat om door Amerika te gaan touren na eerst op een plantage te hebben gewerkt. Wie weet samen met Charlie Parr. Maar nu eerst maar eens voor het thuispubliek in Vera.

Dikkie.