Met enige regelmaat schuift er een artiest aan in het genre folkrock. De variatie aan stijlen daarbinnen is onmetelijk. Vinden we Mumford and Sons folkrock? En wat zeggen we van Angus and Julia Stone? De bands die in Vera spelen en dit label krijgen, behoren vaak toch tot een heel eigen ‘familie’ binnen het genre. Het is een rauwere vorm, er zit een bepaalde diepte in de teksten, muziek en zang. Het voelt écht – sprak de persoon in de Verabubbel – alsof deze muzikanten niet anders kunnen (en willen) dan hun leven, mooi of lelijk, in muziek te stoppen. Denk bijvoorbeeld aan het ongepolijste indie geluid van Sharon van Etten, Steve Gunn of Kevin Morby. Nu, mensen in de Vera-bubbel en ver daarbuiten, is er een nieuwe ster aan deze folkrockhemel die je moet gaan zien nu het kan; Big Thief.

De band gooide al hoge ogen met de debuutplaat ‘Masterpiece’ uit juni 2016. Genoeg reden en materiaal op stapel om slechts 7 maanden later aan de volgende te beginnen, dus al in juni dit jaar was ‘Capacity’ daar, via Saddle Creek. Deze plaat sloeg (bij mij) in als een bom. Wat een prachtige melancholische sound heeft frontvrouw Adrianne Lenker. Aan de hand van de albumcover leerde ik meer over haar, maar ook over waarom juist deze muziek zo goed ‘voelt’.

Je ziet een oude plakboekfoto, de persoon op de foto heeft een baby in de armen en je vraagt je af wie je aankijkt. Is het een moeder, of is het Lenker zelf? Is het eigenlijk een vrouw, of toch een man? Het blijkt de oom van Lenker te zijn, die haar als baby in zijn armen draagt. De uiterlijke gelijkenissen tussen haar oom en zijzelf - als je haar nu ziet met kortgeschoren haar - zijn enorm. Het is het vleesgeworden beeld bij misschien wel het meest emotionele nummer op de plaat Mythological Beauty, waarin ze zingt:“There is a child inside you who is trying, to raise the child in me”. De artwork - een foto van het verleden - is erg in de lijn met dat van ‘Carrie en Lowell (2015)’ van Sufjan Stevens, waarop zijn moeder Carrie en stiefvader Lowell op de albumcover staan. Op die plaat bezingt en verwerkt hij het overlijden van zijn schizofrene moeder. Een trauma waarvan hij de ondraaglijkheid weet over te brengen op de luisteraar. Lenker bezit die kracht ook. De teksten zijn uiterst persoonlijk voor de frontvrouw. Het zijn de stille getuigenissen van een complexe en pijnlijke familiegeschiedenis, die ze voelbaar weet te maken. ‘Capacity’ is daardoor voor de luisteraar soms bijna pijnlijk persoonlijk.

Er is nogal wat voor nodig om als muzikant op te vallen in de stroom aan nieuwe bands. Je moet iets speciaals hebben, een eigen verhaal, een buitengewoon talent, of gewoon een hele goede producer. In het geval van Big Thief is er zeker sprake van een ‘eigen verhaal’. Komt opvallend goede muziek dan toch vaak van gekrenkte zielen? Om het cliché rond te schrijven; op haar dieptepunt stond bij de puber Adrianne Lenker Elliott Smith op repeat. Zo’n fase heeft iedereen wel, kun je denken, toch weet zelden iemand die kwetsbaarheid zo krachtig te laten klinken en voelen als Lenker. Dat maakt dat juist Big Thief zou bijzonder is. Dit uit zich ook in de belangstelling voor band. Op Spotify zijn bijna alle nummers op ‘Capacity’ al meer dan een half miljoen beluisterd met enkele uitschieters van een en twee miljoen. Daarnaast regent het lovende recensies op het web. En dan te bedenken dat ze nog maar net op weg zijn.

Het eigen verhaal van Big Thief is natuurlijk niet de powerfactor die de muziek in de eerste plaats succesvol maakt. Over dat ‘rugzakje’ lees je vaak juist pas nadien. Het is dan ook verre van mijn bedoeling om een triest verhaal over Adrianne Lenker te schrijven en daarmee zieltjes te winnen. Het fascinerende is alleen dat juist haar bizarre jeugd ervoor gezorgd heeft dat ze als muzikant al heel wat vlieguren heeft gemaakt, met als gevolg dat ze ook erg goed is geworden. Daarom toch nog een paar woorden over haar verleden.

De toevalligheid wil dat ze even oud is als ikzelf, midden twintig. Toch lijkt het alsof zij al een leven langer leeft, of in ieder geval in een andere tijd, in een hele andere wereld. Om te beginnen wordt ze geboren in een religieuze sekte in Indiana. Als haar ouders de sekte verlaten volgen er onzekere jaren, waarin het gezin verblijft op allerlei plekken in een keur aan gezelschappen. Aangemoedigd door haar muzikale vader, hij is muziekleraar, schrijft ze als ze acht is haar eerste liedje. Het wordt een boos liedje; over de onstabiele toestand thuis, over het constant moet verlaten van plaatsen en mensen door het leven ‘on the road’, over de switch die haar vader maakt van diepreligieuze overtuigingen naar een antireligieus bestaan… Zo viert het gezin voor het eerst Halloween en Kerst als ze acht is.

Wanneer haar ouders scheiden trekt Adrianne in bij haar vader, ver van haar moeder, broers en zussen. Haar vader zet volledig in op de muzikale carrière van zijn dochter en staat ze vanaf haar twaalfde staat ze op het podium, op weg om popster te worden. Als ze zeventien is maakt ze zich los van haar vaders invloed en gooit het over een andere boeg. Met hulp van een beurs gaat ze naar het gerenommeerde Berklee School of Music. Daar komt de rust eindelijk in haar leven en ontwikkelt ze zich verder als songwriter.

Inmiddels heeft ze dus jaren ervaring en een muzikale opleiding genoten aan niet de minste school – Berklee heeft een indrukwekkende lijst aan alumni, waaronder John Mayer. Lenker besluit om naar New York te verhuizen. De eerste persoon die ze daar ontmoet is Big Thief bandlid, gitarist Buck Meek. Vanaf dat moment voelt het alsof haar leven begint; ik woon in New York en heb mijn eigen band. Wat rest is de nog korte maar imponerende geschiedenis van Big Thief, die zeker nog veel langer zal worden. Dit is zo’n band waarvan iedereen over een jaar of twee zegt; ‘Waren zij in Groningen? Waarom was ik daar niet bij?’. Nou, bij deze bent u gewaarschuwd.

- Nina

Last minute support is er van Esther de Jong.
Met nummers over liefde, (ver)dwalen en hartpijn sleurt ze je mee naar een ondergrondse wereld; daar waar het weliswaar grotendeels al benauwend, grijs en grauw is maar waar altijd ruimte is om nóg dieper te graven. Want tja, ze houdt nu eenmaal van graven.