Winkelcentra: de een wil er nog niet dood gevonden worden, de ander raast er het liefst zo snel en doelgericht mogelijk doorheen. En dan heb je nog de liefhebbers die er gerust een dag kunnen doorbrengen: bakkie koffie op het overdekte terras, de gevulde boodschappentassen onder de formicatafel, praten over het weer dat ver weg is in het subtropische winkelcentrumklimaat en natuurlijk lekker kijken naar al die krioelende mensen.

Dat lijkt een wat vreemd begin van een concertaankondiging, maar deze vrijdagavond bezorgt het New Yorkse elektronicaduo Tempers je in Vera een trip door het winkelcentrum.

Dat wordt niet perse een gezellige avond, maar dat is het gemiddelde winkelcentrum ook niet. Tempers -bestaande uit Jasmine Golestaneh en Eddie Cooper- maakt naar eigen zeggen “dark, ice-cold electronic Music”. De stem van Golestaneh doet soms denken aan Lana Del Rey.

Ze heeft Iraanse wortels, groeide op in Londen, studeerde in Oxford en raakte al op jonge leeftijd gefascineerd door het winkelcentrum. En dan hebben we het niet over een luxueus warenhuis als Harrods. “Als ik bij mijn oma in Florida logeerde dan was een bezoek aan het winkelcentrum het hoogtepunt,” zegt ze in een interview. “Dat hadden wij niet in Londen. De watervallen en roltrappen: het voelde als een soort Disneyland.”

Die fascinatie werd in de loop der jaren alleen maar sterker en gold inmiddels ook voor andere gedeelde ruimten zoals hotels, stations en luchthavens. “Plekken die we alleen passeren, maar waarmee we wel een korte relatie hebben.”

Haar, zoals ze het zelf noemt “absurde fantastische relatie” met deze plekken is uitgemond in een opmerkelijke plaat: Junkspace. Een heus conceptalbum over winkelcentra, dat in november is verschenen.

Wat het extra bijzonder maakt is dat Tempers de plaat heeft gemaakt met Rem Koolhaas, onze beroemdste moderne architect, of beter starchitect. De ontwerper van iconische gebouwen over de hele wereld, maar ook een kritisch en origineel denker die veel heeft gepubliceerd.

Niet alleen de titel van Tempers’ plaat is ontleend aan zijn gelijknamige essay uit 2001, maar Koolhaas’ credits prijken bij alle elf songs van de plaat.

Zijn ideeën over de psychologie en manipulatie van publieke ruimten sloten aan bij Golestanehs fascinatie. “Junkspace” schreef Koolhaas in zijn essay, “is als veroordeeld zijn tot een eeuwigdurend bubbelbad met miljoenen van je beste vrienden.” En: “Junkspace is authorless, yet surprisingly authoritarian.”

Op de plaat hoor je de starchitect ‘slechts’ op vier tracks (Junkspace 1 t/m 4). Het zijn audio-fragmenten van een interview met Koolhaas bij de presentatie van een spectaculair ontwerp voor het KaDeWe (Kaufhaus Des Westens) in Berlijn.

Koolhaas spreekt op de plaat met een soort Duits accent en is soms moeilijk verstaanbaar, wat wel weer de afstandelijke atmosfeer versterkt. Tezamen vormt het een sterk bouwwerk: de unheimische muziek van Tempers en Koolhaas’ gedachten over winkelen, roltrappen, winkelcentra, pashokjes, claustrofobie en Hitchcock.

De muziek van Tempers leent zich goed voor dit thema. De diepe bassen, kille computerdrums, vervreemdende synthesizerklanken en de ijle (soms gedubbelde of verveelvoudigde) zang klinken zowel verleidelijk als afstandelijk. Elk nummer op de plaat refereert aan een aspect van het winkelcentrum met songtitels als Fake Palm Trees, Escalator, Desire, Water Fountain en Air Conditioner. Het meest warmbloedige en melodieuze lied, Love at the Mall, horen we aan het eind van de plaat.

Het conceptalbum is volgens Golestaneh ook “een duik in de menselijkheid en emotie, die vaak ontbreekt in de huidige muziek en onze losgezongen samenleving.”

Dit is de enige clubshow van Tempers in Nederland, dus pak je kans alsof het Black Friday is en dompel je voor één keer onder in het eenmalige pop-up winkelcentrum aan de Oosterstraat 44.

Igor