Sander Donkers - HAY (Biografie van de grootste rockster van Nederland)

Stap 1: zet je eventuele bezwaren (“ik heb niet zoveel met The Golden Earring” “ik vind die Barry Hay maar een cliché-rock-‘n-roll-schertsfiguur met z’n zonnebril”) eerst even opzij.

Stap 2: ach wat, laat Stap 1 ook maar zitten. Begin gewoon met lezen en je krijgt geheid sympathie voor onze bekendste rock ’n roller buiten Nederland. En hoe onuitstaanbaar Hay ook kan zijn (vinden ook zijn vrouw en dochters) aan het eind van het boek wil je hem zelf even aan de borst drukken.

Veel openhartiger en eerlijker dan Barry Andrew Hay (Faizabad, 1948) kom je ze namelijk niet tegen (of het moet zijn vrouw Sandra zijn, die overigens voor de ontroerendste passages zorgt). En op het onderdeel Zelfspot zou Hay op de Olympische Spelen waarschijnlijk goud winnen. Dat is natuurlijk een geschenk uit de hemel voor iedere biograaf. Maar het is óók een kwaliteit van de schrijver. Je moet zo’n rockster, die eigenlijk helemaal geen zin had in een biografie, toch maar aan het praten krijgen. En houden. En het dan ook nog goed opschrijven. Dat is Sander Donkers, journalist van Vrij Nederland, wel toevertrouwd. Bewees hij al eerder met het al even heerlijke Lipstick Sunset. C’est le tone qui fait la musique. En zo is het ook met boeken. Donkers slaat meteen de goede toon aan en die resoneert 380 wervelende bladzijden lang. Veel korte hoofdstukken met van die irritante cliffhangers waardoor je om 2.00 uur ’s nachts, terwijl je eigenlijk wel ‘ns naar bed moet, tóch verder wil lezen: “Maar goed, hoe dat allemaal precies zit (met de traumatische jeugd van zijn vrouw, IW)….Ik heb liever dat ze je dat zelf vertelt.” De chemie tussen Hay en Donkers spat ook van de pagina’s. Meer dan honderd uur spraken de twee met elkaar, meestal met een drankje binnen handbereik. Heel incidenteel voert de biograaf zichzelf even op, bijvoorbeeld als Hay weer pagina’s lang zijn gal spuwt over die ene heks van een ex. Donkers: “Is er helemaal niks leuks over haar te vertellen?” “Ach, tuurlijk wel,” zegt Hay en begint dan te vertellen over hun gedeelde liefde voor Rocky Music en dat zij een keer een nacht niet thuis kwam nadat ze bij een concert van Rocky Music was geweest. “Was ze bij Bryan Ferry blijven slapen. Ik meteen: “Heb je met hem geneukt?” Ja. “En hoe was ie?” (…) Ik kon niet eens echt boos zijn, want dit keer was het niet een of andere knuppel van de om de hoek die coke voor d’r had, maar fucking Bryan Ferry!(…)” Donkers: “Dus even samenvattend: het leukste wat je kunt bedenken over Diaan is dat ze met Bryan Ferry…”

Hay heeft overigens een verbazingwekkend goed geheugen – gezien zijn alcohol- en drugsverleden (en –heden) en kan zeer beeldend vertellen. Hij neemt ons mee vanaf zijn eerste idyllische jaren in India waarvandaan hij als 7-jarig ventje min of meer naar Nederland werd ontvoerd door zijn moeder. Omdat, zo beweerde mama, zijn alcoholische vader zou hebben gedreigd het hele gezin te vermoorden. De kleine Barry snapte er niets van; hij adoreerde zijn vader. En heeft hem daarna nooit meer gezien. Hoewel zijn vader nog lang wanhopig contact zocht. Pas veel later ontdekte Hay dat zijn moeder de tientallen brieven die zijn vader hem schreef verstopte. En dat ze dat hele verhaal uit haar duim had gezogen.

Dat gemis loopt als een rode draad door zijn leven en het boek. Maar het werd tevens een drijfveer om zoveel mogelijk te genieten. En dat doet Hay nog steeds met volle teugen. Met dank aan de muziek. Vanaf het moment dat hij als tiener ontdekte dat je met zingen in een band extra aantrekkelijk wordt voor het andere geslacht, was Hay verloren. Zijn eerste schreden door Beatstad Den Haag zijn een feest om te lezen. En de onverschrokkenheid en voortvarendheid van de jonge Earrings mag tot voorbeeld strekken van alle ambitieuze muzikanten. Na de doorbraak in Nederland volgde al snel de grote oversteek naar het land van de onbegrensde mogelijkheden. En van de uiteengespatte dromen. Maar dus niet voor The Golden Earring. Om met Reve te spreken: het is niet onopgemerkt bleven.

Je zou het soms bijna vergeten, maar The Golden Earring heeft met Radar Love niet alleen een onverwoestbare wereldhit die nog eeuwen mee kan, maar ook –méér dan elke andere Nederlands band- een aantal jaar flink aan de weg getimmerd in de VS. De soms knotsgekke avonturen worden in HAY in geuren en kleuren verteld, zonder te vervallen in pocherigheid. Integendeel, Hay vertelt op broodnuchtere toon over de waanzinnigste gebeurtenissen. En dat hij zich toen ook een tijdje als een onuitstaanbare diva gedroeg. Z’n jongste dochter Gina: “Ik heb zelfs verhalen gehoord van roadies dat ze zelfs het oorsmeer uit z’n oren haalden.”

Dat (een deel van) de band niet wilde emigreren en The Golden Earring uiteindelijk niet kon doorgroeien naar een stadionact en de band na vijftig jaar nog steeds moet optreden voor de centen, overgiet dit rock ’n roll-verhaal wel met een Hollands bloemkoolsausje, maar maakt de band toch ook weer des te sympathieker. En natuurlijk hadden de Earrings in de VS de klassieke fout gemaakt door zich als puisant rijke rocksterren te gedragen en zich uitsluitend per limo te verplaatsen. En het was wel even lachen toen ze voor een stoplicht stonden en ze met hun troebele ogen opzij keken en Carlos Santana –die die avond de hoofdact was- achter het stuur van een middenklasser zagen zitten.

Het kwartje viel pas bij Hay toen hij terug in Nederland, op een zeldzaam nuchter moment, ‘ns langsging op kantoor en tot zijn schrik ontdekte dat die tours de band alleen maar geld hadden gekost. En later (want Hay is hardleers op financieel gebied) ook ontdekte dat bandmaat George Kooymans achter z’n rug om de zaken (zoals royalty’s) voor zichzelf veel beter heeft geregeld.

“Het is ieder voor zich,” sprak Kooymans dan ook ooit de gevleugelde woorden tegen zijn bandgenoten. En het bijzondere is dat Hay daar niet met afkeer, maar met verwondering en zelfs bewondering over spreekt. Je mag ook na lezing van HAY nog steeds beweren dat The Golden Earring niet de beste band is van Nederland. Maar wel de sterkste.

Igor