In een voormalig Oost-Duitse grindbeton hotel (dat overigens verdacht veel lijkt op de bouwmethode Emmen van de jaren 70) wacht je op wat je gaat ervaren op Documenta 14. Een vijfjaarlijks kunst manifestatie in Kassel. Om werk van Gerhard Richter, Joseph Buys, Ibrahim Mahara en meer geweldenaren in real-live te zien was weer een openbaring. Politiek beladen waren de afbeeldingen die veelal over oorlog, schuilen en vluchten gingen. Geen lichte kost dus, veel aarde tinten, donkere composities en schetsmatige flarden alsof ze on-the-run gemaakt waren. Dat de curator dit jaar de Poolse kunstcriticus Adam Szymczek was hielp de melancholische inslag vergroten. De kunst die er hangt is confronterend en in your face en 's avonds terug in het Hotel hoor je de mensen die er die dag zijn geweest discussiëren over, over je het werk van de kunstenaars wel zonder het in de context te plaatsen mag en kunt beoordelen. Wordt een kunstwerk beter als je het achterliggende verhaal kent. Of is dat het rechtlullen wat krom is? Hoe dan ook, interessant is het allemaal wel. Als je zonder context, in een vacuüm ergens gedumpt wordt en je moet het echt op je eigen mening afgaan (wat niet helemaal zo is, je weet immers dat je naar kunst gaat kijken, die ook nog goed genoeg bevonden is door een van de vele curatoren) wat vind ik ervan, wat doet het me me, en denk ik dat het dat waarvan ik vermoed dat het het verhaal is, goed verteld wordt.

Ik koop in de lokal strip winkel een artbook van Reinhard Kleist. Gaphic art na aanleiding van Nick Cave and the bad Seeds. Ik ben nog steeds idolaat van deze man. Zijn album The Skeleton Tree draait bijna dagelijks zijn rondjes op mijn platenspeler. De duistere ingetogen gestripte melodieën. De afgestemde en minimalistische instrumenten. De afgewogen zang die soms meer voordrachten zijn van de geestesschimmen. Dit afgewisseld met het verdwenen werk van Coil, dat heruitgebracht is op de dubbel elpee Backwards vormen de basis van mijn bestaan op dit moment. Coil is die band die ik veel te laat en op aanraden van onze toetsenist Steve ben gaan beluisteren. Als je door het het moment van ongeloof gaat, en alle geluiden, inverts, backwards, outwards en inwards tot je laat komen en de vensters wijd openzet komen de beelden vanzelf. Deze muziek is al invloedrijk gebleken en ik durf gerust te zeggen geen Ulver (Perdition City) zonder Coil. Ik ben binnen korte tijd verslaaft geraakt aan de opbouw, de gelaagdheid en de diepe melancholische maar ook ijskoude machinale zakelijkheid die afwisselend een afstotend en aanzuigende werking hebben.

Vanuit het geloof dat Kunst of dat nu gesproken, in gedachten op papier, doek, of vinyl is vrijheid moet zijn. Proberen, schrappen, verder puzzelen, combineren, verbreden, ontdekken etc. dan kom je tot unieke en interessante scheppingen.

Laatst hadden we (Indifferent Sun) de eer in het voorprogramma te staan van Tau Cross. Dit was in de Baroeg te Rotterdam. Heel speciaal want de band rond Amebix zanger Rob (The Baron) Miller en Michel (Away) Langevin heeft sinds het uitkomen van het debuut een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Live komt de nieuwe plaat “Pillar of Fire” zowaar nog beter uit de verf. Het experiment met de verschillende zangstijlen en de contrasten tussen hard, up tempo, vol en het dreigende, doomy, melodieuze lijkt nog meer aan te slaan. Het aanwezige publiek laat zien dat het een select gezelschap is waar deze band het voor doet maar de volledig achter zijn drumstel swingende en relaxte Away lijkt dat juist een gunst te zijn. Deze band lijkt nooit op poten te zijn gezet op grote festivals te bedienen, en toch, … met dat ene nummer “lazarus” lijken ze al een aardig eind op weg hun eigen “love like blood” geschreven te hebben. Gun deze mannen zo'n hit en ze staan binnenkort niet op dat ene, maar op elk festival mensen vanuit elke hoek van de hardere muziek te bedienen.

Na het optreden kocht ik het album “Pillar Of Fire” dat net uit was. Thuisgekomen het album beluisterend kom ik tot de ontdekking hoe goed Tau Cross live werkelijk. Op de plaat hoor je meer lagen, en is de sound meer toegespeeld op de verschillen binnen de muziek. De swingende stukken, die dreunen als oorlogsdansen, de oerkreten, de hakkende gitaren. Samen hou je een redelijk origineel geheel over. Erens Killing Joke en de bands waaruit de bandleden zijn samengesteld, Missery, Amebix en Voivod. Een goede link tussen eigenzinnigheid, pure rauwe agressie, de punk houding en gewoon erg lekkere melodieën en gitaargeweld. Het zijn veteranen met ervaring die sprankelen van jeugdig enthousiasme, dat zowel live als op plaat overslaat naar het publiek.

Wokkel