Na de massale verbanning van Britse gevangenen naar Australië, eind 18e eeuw, heeft zich Down Under niet de meest verfijnde bevolking op aarde ontwikkeld. Dan krijg je dus bands als Amyl and the Sniffers.
Ga ik te kort door de bocht?
So what. Dat doen Amy Taylor en haar snuivers ook.
Ze zullen het waarschijnlijk als een compliment opvatten, lachend “go fuck yourself!” schreeuwen, een straal bier in m’n gezicht spugen en om de oren knallen met een volgend pubpunk-anthem.

Geen kwaad woord over Australische popmuziek. We worden in Vera al een tijdje verwend met goede bands uit die contreien. Dat is natuurlijk geen toeval.
Als we het zoetgevooisde Crowded House even buiten beschouwing laten, kleeft aan bijna alle Australische bands een rafelrandje. In het geval van Amyl and the Sniffers mag je spreken van een botte kartelzaag. Waarmee hele dikke planken hout worden gezaagd.
En elke zaal aan gort wordt gespeeld. Je mag gerust spreken van een fenomeen.
De band werd opgericht in 2016, maar maakt in razend tempo naam van een liveband die je moet meemaken. Zoals alles bij Amyl and the Sniffers in een moordend tempo gebeurt. Als we de verhalen mogen geloven zaten er slechts twaalf uur tussen de oprichting en de voltooiing van de eerste ep.

Hun reputatie is ze zo hard vooruitgesneld dat ze nog niet eens een volwaardige plaat hebben gemaakt, terwijl ze toch al over de hele wereld touren. Eerst met het hier ook welbekende Cosmic Psychos, afgelopen zomer met King Gizzard & The Lizzard Wizzard. En inmiddels zijn ze de status van support act al ontgroeid.
Dus, wat doe je in zo’n geval, als je Amyl and the Sniffers bent?  Je pleurt gewoon de twee ep’s (Giddy Up uit 2016 en Big Attraction uit 2017) bij elkaar en je hebt opeens een heel album.
Gooi ze maar op een hoop, maakt toch niks uit. De liedjes sluiten ook bijna naadloos op elkaar aan, zegmaar als twee kotsvlekken die in elkaar overvloeien. Afgezien van het rustige lied Caltex Cowgirl (gezongen met zo’n heerlijk doorrookte meidenstem) horen we negen pubpunkrocksongs die er in 16 minuten doorheen worden gejaagd, volgens hetzelfde procedé: met de rechttoe-rechtaan-slagen van de houthakker/drummer, een harkende of gierende gitaar, de woest pompende bassist/collega-houthakker en dan die o zo fijn snerende stem van dat kleine felle opdondertje die met een vet accent zingt over blowjobs, haar gestolen fiets (‘and i want it back!’) en dat ze haar vriendje helaas niet kan neuken, maar wel aan hem kan denken.
Als dat de nieuwe definitie van dertien-in-een-dozijn is dan is dertien voortaan mijn lievelingsgetal (samen met twaalf).
Meer van dat graag!
Als we mazzel hebben nemen ze misschien wel de nieuwe plaat mee die ze met Joey Walker van King Gizzard hebben opgenomen en die dit najaar uitkomt.

Grote blikvanger is de kleine zangeres. Een Blondie-achtige verschijning, die met grote ogen naar de wereld kijkt: een mix van volslagen naïef en totaal verdorven, al neig ik meer naar het laatste. Een vrolijke furie, die kan krijsen als een heks en graag met haar matje (en kont in strakke spijkerbroek) heen en weer zwiept.
Het contrast met die drie lelijke kerels maakt het er alleen maar beter op. Ze doen ook niet echt hun best om op Jason Donavon te lijken, met die matjes in hun nek. De kapsels doen je bijna terugverlangen naar die jaren tachtig toen dividendbelasting nog moest worden uitgevonden en het Nederlands elftal nog wel ‘ns een prijs won - met erkende matten- en (meestal) snordragers als Jan Wouters, Berry van Aerle, Erwin Koeman en Adri van Tiggelen.

Ik heb de vier nog niet live aan het werk gezien en dus alleen nog niet kunnen ruiken (zweet en bier, gok ik), maar dankzij het wereldwijde web zat ik toch al twee optredens van guitige Amyl & haar lelijke kerels aan het beeldscherm gekluisterd.
Wat me opviel: de meeste teksten kun je bij het tweede refrein al mee scanderen. En die drie kerels die als backing vocalisten af en toe iets roepzingen: het werkt als een tiet.
Amyl gooit al snel haar jasje in het publiek. En duikt er daarna zelf in (al zingend). Ze balt tijdens het zingen/krijsen graag haar vuisten en giet gul wat whisky in monden van mensen op de eerste rij. De andere bandleden houden ook wel van een feestje en interactie met het publiek. Al kan ik het merendeel van hun woorden vanwege hun knauwende accent niet verstaan. Amyl and the Sniffers geven optredens die energie geven. Ik kreeg heel veel zin om gekke dingen te gaan doen. Het is volstrekt logisch dat de band in de top-5 van 3voor12 kwam van beste Lowlands-optredens, ondanks het belachelijk vroege tijdstip. Kun je nagaan als ze op een late zaterdagavond losgaan in ons geliefde donkere hol, met al heel wat bier achter de kiezen.

Als ik je nu nog niet heb overtuigd dan geef ik graag nog even het woord aan iemand die er verstand van heeft, namelijk Jan Kooi van de onvolprezen platenzaak Elpee: “Lekker botte Aussie snotpunkboogie, een lekkere hybride van hardrock & glam met de spirit van de betere mid jaren ‘70 UK punkrock. In plaats van zelf helemaal naar Australië te gaan om de kroegsfeer daar te proeven, komt de Aussie pub nu naar je toe.”
Bedankt Jan.
Oh ja, ik raad je aan op tijd te komen. Strange Bones uit Blackpool opent de avond en die klinken als Arctic Monkeys toen die nog toffe muziek maakten.

Igor