“We hebben jaren geleden iets in gang gezet, waar nu nog iedere band van profiteert. Ik denk dat we daar trots op kunnen zijn.”
Subroutine Records-oprichters Koen ter Heegde en Niek Hofstetter blikken tien jaar terug.

Door T-Ice

In het kader van het tienjarig jubileum van Subroutine Records wilde ik graag oud-Veraan Koen ter Heegde en collega-scribent Niek Hofstetter eens in het zonnetje zetten. Zij richtten samen met Tsjalling Venema (die zich later op zijn galerie zou storten) het inmiddels al tamelijk illustere label op. Normaal staan - terecht - de bands in de spotlights, zoals 26 september in VERA. Maar nu is een mooi moment om eens terug te blikken op tien roerige jaren met twee van de bevlogen grondleggers.

Laten we beginnen bij het begin. Hoe kwamen jullie op het idee Subroutine op te richten en wat was jullie doel?
Koen: “Doordat de bands die wij gaaf vonden onder de radar bleven bij publiek en media. Het doel was (en is) de bands waar we mee samenwerken een stap verder te helpen.” 

Niek: “Er liep destijds een groot aantal gave bands rond, waarvan wij vonden dat ze niet de aandacht kregen die ze verdienden. Daar wilden wij verandering in brengen. We begonnen bijvoorbeeld met Awkward I, toen nog 'een jongen met gitaar' die eigenlijk alleen in Groningen de sterren van de hemel speelde. Dat vonden we te weinig en dat wilden we veranderen. Door het uitbrengen van zijn EP, creëerden we ook buiten Groningen wat aandacht, al liepen we tegen allerlei muren op. Dat was enkel een stimulans om nog harder op het orgel te gaan.”

Je leest altijd wel dat een band op een bepaald label uitkomt. Maar wat komt er eigenlijk allemaal bij het werk van een labeleigenaar kijken? Wat doen jullie zoal?
Niek: “Subroutine is een fulltime hobby. Promoten moet je zo breed mogelijk zien: van het genereren van recensies tot het helpen bij het regelen van shows. Basaal komt ons werk erop naar dat we platen uitgeven, die we promoten. Koen doet de contacten en ik de structuur. Dit doen we op onze manier en niets gaat volgens het boekje. Wij brengen uit wat we tof vinden en niet per sé wat goed loopt of hip is. Wij lenen al jaren de drie S’en van Peter Weening: als een band geen Soul, Sound en Songs heeft, dan houdt het op. Uiteraard hebben we een aantal klankborden. Veelal de vrienden van het label, die we op hun smaak en kennis vertrouwen; bijvoorbeeld de jongens van WOLVON, Gerben van The Fire Harvest en Dagmar van AC Berkheimer. Corno van Space Siren was ook heel een belangrijk klankbord. Een andere graadmeter is, dat de mensen van de bands waarmee we samenwerken, aardig zijn. Als dat niet het geval is, kun je er niet volledig voor gaan. Want ondanks dat Subroutine voor ons heel belangrijk is, moet het wel leuk blijven, natuurlijk.”

Koen: “Ik hou me voornamelijk met promotie en PR bezig, evenals A&R, labelavonden en boekingen. We investeren tijd, ervaring, passie en drive in bands die we tof vinden. Dat gaat van gezamenlijk plannen maken tot promotie en van vinylreleases tot incidentele boekingen. Onderling hebben we de taken vrij duidelijk verdeeld, hoewel we ons allebei met alles bemoeien.”

Beide: “Uiteindelijk draait alles om de muziek. Die staat in alles wat we doen centraal.”

 

Tien jaar is een mooi moment om terug te blikken. Op de vraag wat de hoogtepunten zijn geweest, volgen er talloze voorbeelden en sappige anekdotes.
Koen: “Recente hoogtepunten: WOLVON met een floorshow in een afgeladen Melkweg Oude Zaal of Rats On Rafts die Where The Wild Things Are vernietigden of Space Siren in Paradiso tijdens het The Ex Festival.”

Niek: “Het doorbraakmoment van Rats On Rafts op het door ons gecureerde podium op Incubate, in 2011. De plaat zou een weekje later uitkomen, maar er was een redelijke buzz rondom die band, waardoor het zaaltje goed vol stond met de juiste pers. Dat heeft bij het verschijnen van de plaat enorm geholpen; de band had veel recensenten die middag omver geblazen. Dat ze daarna alle mooie zalen in Nederland konden aandoen, veel toffe festivals (o.a. Primavera Sound) speelden en na het avontuur met TopNotch opnieuw een plaat bij ons gingen uitbrengen is eveneens een hoogtepunt, net zoals dat we ze nu bij het gave Britse label Fire kunnen afzetten.”  

Koen: “Bands die uitgenodigd worden voor de festivals waar zij (en wij) zelf ook graag komen, zoals bijvoorbeeld Le Guess Who, Welcome to the Village, Incubate en Valkhof Festival.” 

Niek: “Dat er nummers van The Sugarettes, Vox Von Braun, The Very Sexuals en AC Berkheimer op KEXP uit Seattle, hét toonaangevende indie-radiostation in de wereld, gedraaid werden of zelfs Song of the Day werden. Daarna verkochten we ineens platen over de hele wereld; van Seattle tot Tokyo. Dat was een geinige tijd.”

Koen: “Er was recentelijk nog een avond in een snackbar annex café in Dokkum met The Homesick en Rats On Rafts waar ik me weinig van herinner. Volgens mij was dat wel een hoogtepunt. De heel erg drukke avond rond de gezamenlijke albumrelease van Katadreuffe en Apneu in OT301 vorig jaar was er sowieso één, net als de totaal geschifte Engelse tour met The Sugarettes en Vox Von Braun, waar meerdere bandleden een voedselvergiftiging opliepen door de lokale fish&chips maar toch zeer verdienstelijk speelden...”

En dan hebben ze de tours over de Balkan, tot in Kosovo aan toe, nog niet eens genoemd. Beide heren kijken daarnaast eensgezind met warme gevoelens terug op de jaarlijkse showcases rond EuroSonic in Kult en O’Ceallaigh.
Niek: “In O'Ceallaigh is dat allemaal begonnen, in 2009 was dat. We waren één van de eerste onofficiële randfeestjes en hadden twaalf bands in twee avonden tijd over de vloer. Twaalf bands waarvan we vonden dat ze een plek op het officiële festival verdienden. Ongeveer de helft Subroutine-bands, ongeveer de helft bands die ergens anders op uit kwamen, maar die we geweldig vonden. Qua insteek is er weinig veranderd en inmiddels hebben we de meeste goede bands uit de (Nederlandse) scene op bezoek gehad.”

Koen: “Het is lastig daar een specifiek hoogtepunt uit te zoeken want we organiseren die showcases ondertussen al acht jaar en elk jaar zijn er nieuwe momenten. Hallo Venray in Kult, Hospital Bombers en The Ex in O'Ceallaigh springen in mijn gedachten. De langdurige samenwerking met de familie Kelly en Martien van Kult blijft heel bijzonder.”

Niek: “In O'Ceallaigh heb ik veel bijzondere shows gezien. Iedereen staat eigenlijk hutjemutje en het bier wordt vanaf de bar via het publiek doorgegeven. Het creëert ook een wij-gevoel: de Subroutine-bands die elkaar niet vaak zien, spreken elkaar daar en kijken naar elkaar. Tijdens de afgelopen editie maakten vooral Die Nerven veel indruk, maar het absolute hoogtepunt was The Ex, in 2014.

Het is tof om bands over de vloer te hebben waar we een plaat van hebben uitgebracht, of waar we later dat jaar een mooie samenwerking mee aangaan.”

Er zijn geen bands uit jullie stal wereldberoemd geworden, als dat al het plan was. Toch brak er wel van allerlei moois door. Waar zijn jullie het meest trots op?
Niek: “Geen één SubRecs-band is wereldberoemd geworden. Maar wereldheerschappij is ook nooit het doel geweest. Iedere band heeft ook een ander doel voor ogen. Zo wilde Space Siren, zonder op welk vlak dan ook concessies te doen, zoveel mogelijk uit hun muziek halen: veel spelen en waardering krijgen van gelijkgestemden. Daar zijn ze behoorlijk in geslaagd. Op verzoek van The Ex speelde Space Siren drie mooie shows tijdens het The Ex Festival en Thurston Moore vroeg ze daarna voor wat voorprogramma's van The Thurston Moore Band. Spelen met een held en gewaardeerd worden door een held, dan heb je een doel bereikt. Dat we daar aan hebben meegewerkt, geeft een goed gevoel.”
Koen: “Ik denk dat geen van de bands waar mee ooit mee hebben gewerkt als doel had wereldberoemd te worden. Dan waren ze wel andere muziek gaan maken. In de afgelopen jaren hebben we veel kunnen bereiken in de samenwerkingen met bijvoorbeeld Vox Von Braun, Nouveau Vélo en natuurlijk Rats on Rafts. Die hebben hun publiek gevonden in Nederland en over de grenzen.”

Niek: “Vooral de laatste jaren hebben ‘onze’ releases het goed gedaan in Nederland; bands kregen de aandacht die ze verdienden. De vinylreleases wisten de liefhebbers te vinden en de bands speelden op de plekken waar ze wilden spelen; in de leuke zalen en op de scherpere festivals. Zo speelde Nouveau Vélo onder andere op Le Guess Who, in een volle Paradiso en op Paaspop, wat voor hen een belangrijk festival is. Rats on Rafts speelde - als enige band - op Best Kept Secret en Down The Rabbit Hole. Ga zo maar door.”

Koen: “Ik ben er trots op dat bands zich thuis voelen bij het label. Dat we een identiteit hebben waar gelijkgestemde muzikanten en liefhebbers zich bij willen aansluiten. En dat we 10 jaar bestaan zonder concessies te doen. Door het rad consequent van buitenaf te draaien en geen rondjes te rennen in het wiel van de industrie.”

Niek: “We hebben jaren geleden iets in gang gezet, waar nu nog iedere band van profiteert. Ik denk dat we daar trots op kunnen zijn.”

Tot slot een blik op de toekomst. Wat kunnen we binnenkort verwachten?
Niek: “Het leuke van het label is, dat er onderweg zoveel te gekke dingen 'onverwachts' voorbij komen, waardoor we nauwelijks kunnen aangeven wat er (naast het Subroutien-feestje in VERA) nog in het vat zit.”
Koen: “Dit najaar volgen nieuwe releases van The Homesick, Naive Set, Apneu en The Fire Harvest. Die releases worden gaaf!”

Niek: “En de data van EuroSonic staan al met een rode stift in onze agenda's omcirkeld, altijd een goed begin van mooie samenwerkingen!”