Voor wie dacht dat de postpunk-trope binnen VERA nu toch wel echt een keer was uitgespeeld: je zit er voor het zoveelste jaar op rij hartstikke naast. Ondergetekende weet inmiddels amper meer met welke bands-van-toen hij alle bands-van-nu moet vergelijken zonder in herhaling te vallen, maar gaat toch een poging doen. Gelukkig maakt de band die ons op 22 oktober bezoekt het hem niet al te lastig. In tegenstelling tot veel VK-genoten, neemt het Schotse Kaputt zichzelf niet al te serieus. Bij Kaputt is er geen belerende frontman die als Messias voor het publiek gaat staan en de ene “fok blimey” na de andere d’r uitgooit, terwijl ‘ie krampachtig probeert te verbergen dat ‘ie met een ietwat misplaatste armbeweging net per ongeluk een scheutje Hertog Jan in de mouw van z’n anorak heeft gegoten. Nee, wat dat betreft heeft Kaputt meer weg van het charmantere The Cool Greenhouse en klinkt de band door de goed doordachte samenzang soms zelf als The Bug Club (die we overigens een paar dagen eerder op de planken in de grote zaal mogen gaan bewonderen). Kaputts debuutalbum Carnage Hall (2019) heeft door de toevoeging van saxofoon aan de post-punk sound ook wel wat weg van het debuut van Black Country, New Road of andere Speedy Wunderground veteranen als The Lounge Society. Maar, trouwe VERA-ganger, geen zorgen: ik had door de spuwende typisch Britse praatzang van Cal Donnelly ook prima de vergelijking met Idles of Shame kunnen maken. Gelukkig springt Kaputt zoals gezegd wel wat luchtiger met de materie om. Neem de bizarre no wave bangers “You Are Buried With My Nose” en “Think About Your Face (While You’re Doing It),” die wel wat weg hebben van zo ongeveer de helft van Magazine’s The Correct Use of Soap, maar die vooral genre-overstijgend absurd zijn. Ik hoop dat ze worden gespeeld en ik zal aan mijn gezicht denken – vermoedelijk omdat daar vanaf de eerste noten van Kaputt een dikke grijns op te zien zal zijn. | HUGO