Toch wel een van de mooiere gebeurtenissen dit jaar in Nederland Muziekland: de terugkeer van Alamo Race Track. Met dank ook aan Winschoten en omstreken - maar daarover straks meer.

In januari konden we in Groningen al even van de comeback voorproeven op het ESNS-feestje van platenlabel Excelsior. De Amsterdamse band rond Ralph Mulder mocht de zonnige koude zaterdagmiddag in de pindakaasmachinefabriek aan de Oosterhamrikkade afsluiten. In een verfrissend nieuwe samenstelling met gitarist Robin Berlijn (speelt tegenwoordig ook bij Johan), drumster Nienke Overmars en bassist David Corel (die al eerder in de band speelde).

En er gingen golfjes van euforie door de ruimte, dacht ik te merken. Maar misschien gingen die alleen door mijn eigen lijf. Ik zag wel veel lachende gezichten en deinende hoofden, ook bij de nieuwe nummers. Door die melodieën die zich direct in hoofd en lijf nestelden.

Fijn was ook de belofte van Alamo Race Track dat het een nieuwe plaat ging uitbrengen. We moesten nog wel even geduld hebben.

Dit voorjaar was er eerst nog een korte tour vanwege de heruitgave van het succesalbum Black Cat John Brown (uit 2006). Verschillende liedjes van deze plaat komen nog geregeld voorbij op mijn geliefde zender Fip.fr. Dat is heel mooi, maar ik zou ze daar bij France Inter Paris wel willen toeschreeuwen: “alo alo…Alamo Race Track heeft weer een plaat gemaakt! Greetings from Tear Valley and the Diamond Ae. En die is minstens zo goed.” Misschien zelfs beter.

“Nothing ever changes,” zingt Mulder. En dat zou je kunnen zeggen over de nieuwe muziek van de band. In die zin dat Alamo Race track nog steeds uitblinkt in rudimentaire, meeslepende en vertellende songs. Met die stem van Mulder gedrenkt in melancholie. Al zijn er ook genoeg momenten dat je als luisteraar wordt opgetild door mooie samenzang. Zoals in openingstrack Sally H., een van de beste beatlesque liedjes die na 1970 is gemaakt. Of meteen daarna met het catchy Got to get home, met fraaie gitaarlijnen die om elkaar heen kronkelen en een refrein dat je al bij eerste beluistering mee jubelt.

Eigenlijk, bedacht ik me, is Alamo Race Track de laatste typische Excelsior-band, dat wil zeggen: maker van melodieuze gitaarsongs en samenzang die soms ook doet denken aan Daryll-Ann. Maar dat is slechts een deel van het verhaal en van de luisterervaring van drie kwartier.

Greetings from Tear Valley and the Diamond Ae is een meeslepende muzikale ansichtkaart, het neemt de luisteraar mee naar andere plekken en tijden. Maar we worden toch vooral meegenomen naar Winschoten en Westerwolde, de plek waar Ralph Mulder opgroeide. En waar hij tijdelijk naar terugkeerde en waar deze plaat is geconcipieerd. De cover is dan ook een landkaart, waarop (behalve de Dollart) geen bestaande plaatsnamen zijn vermeld, maar Oost-Groningen duidelijk is te herkennen. Winschoten krijgt hier de naam Tear Valley.

De aanleiding was ook minder fijn: een doodzieke vader en een overprikkeld brein, dat tijdens de corona-lockdowns in Amsterdam niet echt tot rust kwam. Het was een goed moment om terug te keren naar zijn familie, terug ook naar zijn wortels en de ruimte van Westerwolde. Die ruimte en rust die Mulder weer in zijn hoofd kreeg hoor je terug op de plaat. Soms letterlijk door het weidse geluid, de spaarzame instrumentatie en geen bekkens die alles overstemmen.

Het is een louterende terugkeer, waarin Mulder zingt over de plek waar zijn vader opgroeide en hij ontwaakt: “It’s a dream in a dream.” Na de (corona)hectiek van Amsterdam is het zo slecht nog niet om weer wakker te worden en jezelf weer te hervinden in het tranendal: “I want to stay here forever.” Het is ook een organische plaat met soms een wat donkere maar toch vertrouwde ondertoon.

Af en toe krijg ik een Neil Young-vibe, in zijn nog weidser geboorteland Canada, maar ook waan ik me even aan de westcoast. En Remember when you were young is een Velvet Underground-achtige song met krassende violen en duistere stadse sound. Er zijn soundscapes, geluidsfragmenten. En in het roerende Cold Country horen we plots een vrouwenstem.

De liedjes verschillen sterk van elkaar, maar lopen vloeiend in elkaar over. Hoewel elk lied de kwaliteit heeft die we van Alamo Race Track gewend zijn en prima afzonderlijk is te beluisteren, kun je deze plaat toch het beste integraal consumeren.

Een belangrijke rol is schijnbaar weggelegd voor gitarist en mede-componist Robin Berlijn, die dan ook prominent op de promofoto’s prijkt. De eeuwig jong ogende veteraan die al in de jaren tachtig bij Fatal Flowers begon, maar op wie de tijd geen vat lijkt te hebben. Met fraaie accenten zoals in het (ultieme bandlied) Fight illustreert hij de glorieuze terugkeer van het vernieuwde Alamo Race Track.

We mogen wel spreken van een heuse double bill, want Awkward i trapt deze avond af. Pseudoniem van Djurre de Haan, ook al behept met Groningse wortels en wat mij betreft een van ’s lands beste songwriters. Djurre speelde ooit nog een tijdje mee bij Alamo Race Track, maar creëert alweer vele jaren zijn eigen muzikale universum. Met succes: hij is inmiddels een gewild theater-, tv- en filmcomponist. Luister ook zijn laatste plaat Monsters en Freaks - Indiepop voor beginners (2021), dat zo fraai is vormgegeven door ‘onze’ Willem Kolvoort.

En om de zoveel jaar brengt hij een plaat uit onder de naam Awkward i. Volgend jaar is het weer zover. Ongetwijfeld bulkt die weer - net als zijn drie eerdere platen – van de prachtig gearrangeerde popparels en ijzersterke teksten. En ongetwijfeld gaat hij veel van deze knisperend nieuwe liedjes spelen. Wat ik maar wil zeggen: kom vanavond op tijd.

Igor