Het was de zomer van 2013. De zomer dat ik verliefd werd. Verliefd op een mooie Viking. En verliefd op Bombino. 

Azamane Tiliade, een wonderschoon sensueel nummer, een liefdesbetuiging aan alle vrouwen van de wereld, bleek de perfecte omlijsting voor vrolijk fladderende vlinders. "This era. The era of young girls. Their way of loving. Works in a different way. Prayers to you my brothers. Better to be attentive. For our girls. Those of this era". 

De mooie woestijnmuziek van Nomad, het tweede studio album van Bombino vormde een fijne soundtrack voor een zomer vol liefde en romantiek. Een vreugdevolle exploratie van alle dingen geluk. Vol overgave, met een pracht van een ietwat hese stem, hartbrekende zacht glijdende een beetje oosters aanvoelende gitaarlijnen, kippenvel krijg je ervan. Alsof hij naast je staat. 

Goumar 'Bombino' Almoctar, geboren in roerige tijden onder de brandende zon van Tidene, Niger in een Tuareg kamp heeft de muziek in zijn hart. De zon gaat schijnen zodra hij zijn gitaar oppakt. Je voelt bijna het droge woestijnzand onder je voeten glijden als je meereist in zijn karavaan, het voelt als een innige omhelzing. Een stukje geluk. 

Nomad is geproduceerd door Dan Auerbach van The Black Keys die de tuareg muziek net dat korrelige, rauwe zetje meegeeft dat zo typerend is voor Bombino's stijl. Betoverend mooi.

En die mooie Viking, die bleek mijn grote liefde.

En Bombino, die zit voor altijd in mijn hart.

Nathalie