Toen de destijds nog geen twintigjarige puistenkoppies van Arctic Monkeys in 2006 debuteerden met 'Whatever People Say I Am, That's What I'm Not' werden ze meteen gebombardeerd tot de redders van de Britse pop. Goed, Engelse muziekpers en nuance hebben wel eens vaker geen gelukkig huwelijk, maar in dit geval hadden ze toch een punt. Het debuut was fenomenaal en daarnaast waren de Arctic Monkeys ook zo ongeveer het eerste bandje dat zijn populariteit grotendeels aan het internet te danken had.

Zoiets overtreffen bleek zo makkelijk nog niet. Maar weinig hipsters en fans van het eerste uur konden zich twee jaar geleden vinden in het door Josh Homme geproduceerde 'Humbug', onder wiens invloed de poppy elementen werden ingewisseld voor behoorlijk logge rock.

Op 'Suck On It and See' pakken schoffies uit Sheffield het weer even anders aan. Er is meer ruimte voor poppy liedjes en ingetogen werk. Het hakwerk, of je het nu hebt over de onstuimige Britpop van hun eerste twee plaatjes of de zwaar verteerbare nummers van 'Humbug', is veel minder prominent aanwezig. Goed, een liedje als 'Library Pictures' is vintage hardrock en 'Don't Sit Down Cause I Moved Your Chair' beukt ook heel aardig. De focus, echter, ligt op dromerige, melodieuze pop. Met de bijna croonende zang van Alex Turner doen nummers als 'She's Tunderstorms', 'Piledriver Waltz' en 'Love is a Laserquest' sterk denken aan het betere werk van The Cure en The Smiths. Vooral met die smaakvolle en subtiele pop laat de band zien in hoeverre ze zich heeft ontwikkeld van heel hip naar heel goed. Prima plaat dit.

 

- Bart