Een blik op de VERA jaarlijstjes van 2023 zegt al genoeg: de verscheidenheid is enorm. Slechts een enkele plaat kom je vaker tegen, maar de overgrote meerderheid wordt slechts één keer genoemd.

Dat is heel mooi, die veelkleurigheid. En het is zegen voor de popmuziek dat artiesten geen platenlabel meer nodig hebben en zonder al te veel drempels hun muziek met de wereld kunnen delen.

Maar het maakt ook onrustig.

Toen mij enige weken geleden werd gevraagd een top-10 in te sturen wilde ik graag een goede afgewogen keus maken. En ik had het afgelopen muziekjaar niet op de voet gevolgd, dus wilde eerst nog uitzoeken welke artiesten door de deskundigen waren gekozen. Het duizelde mij al snel: waar moest ik in godsnaam beginnen?

Zoals je tegenwoordig over zoveel moet nadenken en het aanbod veel te groot is. Een nieuwe zorgverzekering, energieleverancier, unieke Black Friday-aanbiedingen, een oneindige stroom Facebookberichten en reels, 26 politieke partijen bij de laatste verkiezingen, honderden potentiële partners bij het online daten.

Afgelopen weekeinde was ik in een supermarkt waar ik zelden kom en stond plots tegenover een enorme wand met speciaalbieren. Honderden brouwers die hun eigen unieke bier met vaak flitsende logo’s en namen aanprezen. (Er stonden overigens ook blikjes bij die tot mijn ontsteltenis meer dan €10,- per blik kosten – maar dat is een andere kwestie.)

Het was heel geruststellend dat ik niet hoefde te kiezen en me tevreden kon stellen met een eenvoudig dorstlessend biertje.

Dat gold niet voor mijn lijst van tien beste platen van 2023. Na intensief luisteren, wikken en wegen kwam ik dan toch tot een eindlijst. Ik was daarbij ook gestuit op prachtige platen van mij volstrekt onbekende artiesten, zoals Kara Jackson en Caroline Rose.

Een dag nadat ik mijn lijstje stuurde kreeg ik alweer spijt. Ik had namelijk nog een keer naar Formal Growth in the Desert geluisterd. De zesde plaat van VERA-darling en tweevoudig pollwinnaar Protomartyr. Deze keer blijkbaar op een beter moment en op een luider volume, want de plaat sloeg in als een bom.

Het is vreemd dat ik dat schrijf, want ik ben al bijna tien jaar fan van de band.

Maar blijkbaar geen trouwe, want toen de laatste plaat deze zomer verscheen ging dat volledig langs mij heen. Zoals ik tegenwoordig wel vaker dingen-die-mij-aan-het-hart-zouden-moeten-gaan langs mij heen laat gaan.

“De wereld in de war? Speak for yourself, Wijnker!”

Ja, ik voel me wel wat verweesd soms om eerdergenoemde redenen. Verlang best vaak terug naar mijn overzichtelijke jaren, waarbij ik gedachteloos mijn energiecontract en zorgverzekering verlengde.

Naar de jaren dat Jan Kooi van Elpee mij op de juiste bands wees.

Het is vreemd dat ik dit schrijf, want nadat Protomartyr hier eind oktober had opgetreden, vond ik dat misschien wel het beste concert dat ik ooit van de band had gezien.

Wat een volstrekt unieke band is dit toch, dacht ik. Met stuk voor stuk geweldige muzikanten, een sound om van te watertanden, liedjes die eigenlijk nog steeds beter worden (terwijl ik dacht dat dit niet meer kon en misschien daarom even mijn interesse was verdwenen) en een tekstschrijver/frontman die eigenlijk een poëet is. Die eigenlijk ook niet kan zingen. Vindt hij zelf.

Maar toch lijkt het wel degelijk op zingen dat Joe Cassey doet in het roerende Graft vs. Host.

Een poëet die deze chaotische wereld en onzekere tijd op niets ontziende wijze beschrijft.

Het is niet echt geruststellend, maar Protomartyr biedt wel houvast, rauwe schoonheid en een f#cking goede plaat.

En heeft ondergetekende verwarde man weer even wakker geschud.

Ik beloof bij deze plechtig dat ik Protomartyr niet meer uit het oog zal verliezen.

Igor