"A recurring theme in our music is the idea of injustice and the bitter understanding that obtaining justice in this world is all but impossible--particularly for black and brown people.”
Aan het woord is Algiers zanger en tekstschrijver Franklin James Fisher (tevens op gitaar, piano, synths, samples en percussie). Het is meteen duidelijk dat Algiers een band met een missie is. Die missie deelt Fisher met bandgenoten  Ryan Mahan (bas, gitaar, samples, synths en zang), Lee Tesche (gitaar, harmonium, loops, percussie, synths, saxofoon en zang) en voormalig Bloc Party drummer Matt Tong (naast drums op percussie, gitaar en zang). Het veelvoud aan instrumenten correspondeert met de vele uiteenlopende muzikale invloeden die Algiers verwerkt in haar unieke geluid: art-rock, post-punk, indie rock, gothic, industrial, elektronica, soul en gospel. Toch is het overheersende gevoel dat van een rockband, bezwerend, bezeten, duister en hoopvol tegelijk, overgoten met een activistische boosheid.

Is de muzikale benadering al niet bepaald eenvoudig, geografisch maakt de band het zichzelf nog moeilijker. De verschillende leden wonen verspreid over Atlanta, New York en Londen. Het begint met drie vrienden in Atlanta, Georgia, die samen allerlei ideeën uitwisselen, zowel muzikaal, filosofisch als politiek. Ergens rond 2007  vertrekken twee vrienden naar Europa om af te studeren, Mahan naar Londen, Fisher naar Parijs. Tesche blijft achter in Atlanta, in de veronderstelling dat de muzikale samenwerking hiermee is beëindigd. Maar als Fisher zich een half jaar bij Mahan in Londen voegt, stapelen de ideeën zich weer op en wordt ook Tesche op afstand er bij betrokken.

Toch zal het nog tot 2012 duren voordat het palet aan ideeën wordt uitgekristalliseerd als Fisher (inmiddels woonachtig in New York) de basis legt voor het nummer 'Blood', dat samen met 'Black Eunuch'  in 2012 als eerste single wordt uitgebracht, waarmee Algiers als band een feit is. De single geeft al aan wat we kunnen verwachten op de debuutplaat 'Algiers' (2015), die pas drie jaar later op Matador uit zal komen. De alternative muzieksite Pitchfork omschrijft het als volgt:

"Their music is likewise a pastiche of transgressive rock signifiers: the soul-powered activism of early '70s Motown, the proto-punk fury of the MC5, the synth primitivism of Suicide, the biblically charged drama of the Bad Seeds."

Muzikaal vormt dit een uniek en opzwepend geluid, dat ondanks de diverse stijlen bijeen wordt gehouden door de krachtige soulstrot van Fisher. Noisy industrial klanken, samples, meanderende pianostukken, electro en dub passages worden moeiteloos afgewisseld met hectische indie rock en postpunk gitaarexplosies om vervolgens te worden geblust met bijna zonnige en melodieuze gospel soul vocalen, tegelijk bitter en vol hoop. Algiers blaast het begrip protestmuziek nieuw leven in. De eigenzinnige stijl van de band wordt wel omschreven als  'dystopian soul'.

Tekstueel gaan letterlijk echo's van de burgerrechtenbeweging in de jaren 60 (via samples) over in hedendaagse thema's als Black Lives Matter en andere vormen van social onrechtvaardigheid. Het zegt al genoeg dat de naam van de band komt van de film 'The Battle Of Algiers' (1966) over het verzet tegen het Franse kolonialisme in Algerije. Tekstschrijver Fisher, gevormd door zijn eigen jeugdervaringen met institutioneel racisme in het zuiden van de VS, schrijft zijn meeste teksten als hij in de garderobe staat van een nachtclub in Manhattan en observeert hoe een overwegend wit publiek hartstochtelijk het n-woord meeschreeuwt tijdens rapsongs. Deze ervaringen en observaties worden vervolgens uitgewerkt in de fel geëngageerde teksten van Algiers.

Zijn de drums op de debuutplaat nog machinaal, live wordt Algiers sinds begin 2015 bijgestaan door ex-Bloc Party drummer Matt Tong. Op tour met Interpol  bewijst de band hoe fenomenaal haar geluid op het podium kan klinken. Naast de traditionele rockbandbezetting van bas, drums, gitaar en zang wordt gebruik gemaakt van allerlei samplers, synths, keyboards en eigengemaakte combinaties als een afgezaagde bas met springveren en gitaren met kleine bekkens onder de snaren, waarmee alle sfeerverschuivingen op de plaat in een handomdraai live worden vertaald. Door het overheersende en bezwerende soul-gevoel in de songs merk je als luisteraar echter nauwelijks dat je in alllerlei verschillende muziekstijlen wordt gezogen.

De opnames voor de tweede plaat 'The Underside of Power' (2017) beginnen in Londen met producer Adrian Utley (ex-Portishead) en met Matt Tong nu als full-time bandlid op drums. Geheel in de stijl van Algiers worden de opname-sessies steeds door verschillende bandleden bezocht en wordt de post-productie van de plaat in New York gedaan om alle delen tot een geheel te smeden. Eerst door Ben Greenberg (ex-The Men) en als laatst gaat de hand van Randall Dunn over de mix, die daarvoor met meer heavy bands als Sunn O))), Boris en Wolves In The Throneroom heeft gewerkt en gitarist Lee Tesche eerder toevallig tegenkomt tijdens een Chelsea Wolfe concert. Terwijl tijdens de sessies in Londen het brexit referendum gaande is, wordt in deze fase Trump president. De opkomende vloedgolf van sinistere politiek heeft zijn weerslag op de plaat en is de aanleiding voor de titel 'The Underside of Power' . Invloeden van jaren 80 punk, PiL, Italiaanse horror soundtracks en hip hop worden toegevoegd aan de al bestaande eclectische mix van stijlen.

"Algiers ultimately turn doomsday on its head unexpectedly. On The Underside of Power, they assert that even amid violence, darkness, and horror, that the human spirit is affirmed through witness and resistance, leading not only to solace but to redemption."

Ik zou deze avond maar niet missen.

Dikkie.