De Van Waveren tapes (Wim van der Aar, 2012)
Stiekem hebben we er allemaal al eens van gedroomd. Een verkeerde koffer meenemen van het vliegveld of een oude doos op de rommelmarkt op de kop tikken en erin dan onverwacht op een spannend verhaal stuiten. Wanneer filmmaker Wim van der Aar in 1996 op het Waterlooplein de geluidstapes van ene Guido van Waveren vindt, weet hij eerst niet dat hij juist zo’n verhaal te pakken heeft.  Het zal ook wel een tijdje hebben geduurd totdat hij door de ruim zestig uur aan gesprekken, monologen en telefoongesprekken heen was en door had wat voor een schat hij in handen had. Een schat met een heel deprimerende kant, dat dan wel.

Afkomstig uit een welgestelde familie was Van Waveren in de jaren zeventig na slechts vier jaar lagere school in de Amsterdamse Pijp gaan wonen. Zonder werk, tamelijk depressief en met moeilijke relaties en sociale contacten. Dit komen we stukje bij beetje te weten door Van der Aars montage van de geluidsopnames waarop Van Waveren dit bestaan heeft vastgelegd.

De tragiek van dit leven ontvouwt zich pas gedurende de film, waardoor de nieuwsgierigheid van de kijker wordt geprikkeld. We willen meer weten over deze mysterieuze man. Wie is die Guido nou? En hoe is hij in dit leven verzeild geraakt?

Regisseur Van der Aar koppelt het geluid van de tapes deels aan archiefbeelden van het Amsterdam van de jaren zeventig en deels aan eigen interpretaties van hoe Guido's leven eruit gezien zou kunnen hebben. Hij ging daarin zelfs zover diens kamer ergens in een loods na te bouwen om beter te begrijpen hoe Van Waveren leefde, hoe hij was en hoe het zo ver had kunnen komen.

Op deze manier schetst hij niet alleen een mooi tijdsbeeld van de jaren zeventig met de bijbehorende verschijnselen als vrije liefde, idealistische communes en experimentele therapieën, maar weet hij de kijker ook op een intrigerende manier in de belevingswereld van Guido van Waveren te trekken.

Birte.