Een band uit Thailand, die hadden we nog niet eerder op het VERA-podium.

Een heuse psychedelische surfrockband met een naam die klinkt als een klok: Khana Bierbood. En liedjes die erin gaan als warme broodjes, danwel koude biertjes – al naar gelang wat jouw voorkeur heeft.

Ik heb de documentatie van Bangsean Beach en omgeving er eens bij gepakt en dan blijkt het al snel heel goed te verklaren waarom deze vijf jonge mannen uit deze kustplaats aan de Golf van Thailand in 2012 besloten om muziek te gaan maken.

Volgens de recensies op Tripadvisor is het “best een aardig strand”, maar het is er ook lawaaiig, de swell is ronduit waardeloos (zegmaar gerust: afwezig) en het water niet echt helder. Volgens ene Robert K. zit “de faam van Bang Saen 'em in de nabijheid van Sin City Pattaya met de vele girliebars en massagesalons.” En Bangkok is net iets te ver om even naartoe te rijden.

De Bangseanse beachboys staken de koppen bij elkaar, verdeelden de taken en maten zich coole namen aan: Golf op gitaar en zang, Jay op bas, Mo op gitaar, Ohm op drums en Peep bespeelt het orgel.

Niet dat ze meteen de wereld zouden veroveren. Ze wilden vooral lol hebben en begonnen te jammen. En gaandeweg vonden ze hun eigen unieke geluid. En ze bedachten de prachtige bandnaam Khana Bierbood, wat zoveel betekent als ‘Vreemd Brouwsel’.

Het is een brouwsel dat in mijn westerse oren zowel vreemd als vertrouwd klinkt. Het vijftal is geïnspireerd door jaren ’60 surfmuziek, funky beats en 70’s garagerock, maar dan in de aanstekelijke combinatie met inheemse Thaise ‘Molam’ muziek. Deze Molam kenmerkt zich door een stevige groove, psychedelische klanken en vocalen gezongen in eigen taal.

Voor de Thaise bevolking was deze muziekstroming jarenlang alleen bedoeld voor de onderklasse en werd meestal alleen thuis gedraaid of in taxi’s. Invloeden zoals rock’n roll, soul en funk kwamen destijds overwaaien vanuit Amerika en kregen via Molam een nieuwe oorsprong in Thailand.

Mede dankzij Khana Bierbood krijgt Molam nu ook in het westen voorzichtig een voet aan de grond. Dat gaat wel op z’n elfendertigst, zoals het relaxte standhangers betaamt. Pas zeven jaar na de oprichting is de debuutplaat Strangers From the Far East verschenen. Het is bescheiden van omvang (zeven liedjes), maar heeft al wat deining veroorzaakt. Een paar weken geleden was de plaat al Album of the Day op Bandcamp.

Om tenslotte ook nog een echte kenner zijn licht te laten schijnen op Khana Bierbood heb ik een echte surfmuziek-deskundige geconsulteerd. En wel Kees de Vries, al decennia in binnen- en buitenland actief met de Nederlandse surfmuziektrots Krontjong Devils. In zijn eerste mail is Kees nog kernachtig: “Klinkt allemaal wel lekker. Thaise psychedelische surf.” Tien minuten later schrijft hij: “Dit wil ik er nog wel over kwijt trouwens. Dat surfmuziek altijd al een soort wereldmuziek is geweest. Al die surfbands jatten destijds en nog steeds overal ter wereld van die folksmuziekmelodietjes weg en zetten die dan om in een soort rock&roll achtige songs. Gewoon omdat ze denken dat het deuntje dan veel mooier wordt en beter tot zijn recht komt. En eigenlijk is die hele rock- en popmuziek één grote wereldomvattende jatterij en aanpasserij van Folksmuziek over en weer. En dat is juist mooi. Krijg je soms te gekke muziek van.  Dat vind ik ervan Igor, maar of je er wat aan hebt weet ik niet.”

Dat heb ik zeker! Als eenvoudige scribent heb ik dankzij Kees’ aanvulling een bredere kijk op de surfmuziek in het bijzonder en de pop- en rockmuziek in het algemeen. En ben ik nog steeds heel benieuwd hoe Khana Bierbood live uitpakt.

Igor