Paradiso (Jeroen Berkvens 2011)

Voor je reputatie als goed en legendarisch poppodium heb een aantal stoere, soms misschien een beetje mythische verhalen uit het verleden nodig. In Vera weten we er natuurlijk alles van. Hoe zat dat ook nog weer met Kurt Cobain die vanuit Vera Courtney Love aan de telefoon ten huwelijk vroeg? Of met The Hyves die in een of ander padvindergebouw op een verjaardagsfeestje van Vera-medewerkers belandden?

Ook Paradiso, Amsterdams poptempel nummer één, kent legio van dat soort verhalen. En nu het podium 40 jaar bestaat, vond regisseur Jeroen Berkvens het tijd om daar eens nader aandacht aan te besteden. Zijn uitgangspunt was de vraag wat het eigenlijk met artiesten doet wanneer ze in deze oude kerk het podium beklimmen. De muzikanten die hierop reageren zijn niet de minsten. Paul Weller, Henry Rollins, Jello Biafra, Johnny Rotten, Tom Barman, Martha Wainwright, Faithless, Patrick Watson, Daniel Johnston, Tim Knol, The Sonics en Public Enemy zijn maar een aantal namen die de revue passeren. Het bewijs dat er in Paradiso, net zoals in onze eigen Vera trouwens, popgeschiedenis werd en nog steeds wordt geschreven.

Maar Paradiso gaat verder dan alleen maar een nostalgische terugblik van (oude) pop- en rockhelden. Door indringende beelden van het gebouw, fragmenten van optredens en backstageverhalen te combineren, vertelt Berkvens op een gevarieerde en visueel aantrekkelijke manier de geschiedenis van het poppodium met heel veel hoogte-, maar (gelukkig) ook wat dieptepunten.

‘Soli Deo Gloria’: alleen aan God de eer, staat er in deze popkerk geschreven. Na het zien van deze documentaire weet zelfs iemand die helemaal niets met muziek heeft dat dit in Paradiso al lang niet meer geldt.

Birte.