Nederland is muzikaal van oudsher grotendeels gericht op Groot-Brittannië, wat geografisch gezien niet onlogisch is. Onze westerburen hebben ons dan ook al decennia getrakteerd op geweldige muziek. Nieuwe muziekstromingen als Punk, Britpop of New Wave Of British Heavy Metal golfden al snel bij ons het Noordzeestrand op. De dienstdoende artiesten konden makkelijk even het Kanaal over komen (en tegenwoordig ook door de tunnel) om hier hun werk te promoten. Britse tijdschriften, radio- en TV-programma’s wakkeren daarbij de hype altijd vakkundig aan, om maar van elk golfje een tsunami te maken. De laatste keer dat ze dat lukte was net na de eeuwwisseling, toen Britse bands als Arctic Monkeys, Franz Ferdinand, The Libertines, Maxïmo Park, The Kooks, Kaiser Chiefs, Editors, Bloc Party en al die anderen groot doorbraken. Muziekjournalisten en pr-mannetjes deden hun best er een etiketje op te plakken (dat verkoopt beter) en kwamen met namen als ‘post-punk revival’, ‘New Wave revival’ of zelfs ‘new rock revolution’.

Zoals vaker duurde de hype niet lang en kunnen we al zien dat een deel van die bands begint weg te zakken in de vergetelheid. In de schaduw van die grote bands ontwikkelden zich echter een hele rits bands die niet voor volle stadions speelden, maar wel hele puike hitjes konden schrijven, zoals The Rifles, Blood Red Shoes en, daar heb je ze, Pete And The Pirates. In 2008 debuteerden zij met ‘Little Death’, waarvan de singles ‘Come On Feet’, ‘Knots’ en vooral ‘Mr. Understanding’ veel airplay kregen. Opgericht in Reading in 2004, net na hun schooltijd, werd dit vijftal na één van hun eerste concerten al opgepikt door het nieuwe label Stolen Recordings, dat de EP’s ‘Get Even’ en ‘Wait, Stop, Begin’ uitbracht. Ja, en als je dan in Reading woont, sta je natuurlijk al snel in één van de kleinere tenten van het beroemde festival in die plaats. Als je daar dan ook nog guerrilla-optredens op de camping gaat geven, trek je genoeg aandacht om de volgende stap te realiseren.

Kort gezegd: Pete And The Pirates konden daarna uitgebreid op tour met bands als Maxïmo Park, Vampire Weekend, Gossip en The Pigeon Detectives. En nu is daar, na drie jaar wachten, de tweede plaat ‘One Thousand Pictures’. De band werd in het verleden nog wel eens minder serieus genomen door sommige media en luisteraars (door de bandnaam en enkele schijnbaar te luchtige of jolige liedjes), maar daar is nu verandering in gekomen. Tamelijk unaniem werd de plaat omarmd als een stap voorwaarts, met meer ruimte voor melodie en tekstuele diepgang. Het springerige heeft plaatsgemaakt voor het bedachtzame, maar het blijft pure pop waar het spelplezier vanaf spat. Tijdens de laatste twee edities van Into The Great Wide Open heb ik gezien hoe snel ze groeien, en dat kwam niet alleen doordat ze dit jaar van de kleine Bolderzaal naar het grote hoofdpodium doorschoven. Met hun puntige songs, doordrenkt van melancholie, wisten ze de festivalweide voor zich te winnen. Luister eens naar ‘Cold Black Kitty’, ‘Little Gun’ en de singles ‘Come To The Bar’ en ‘United’ en je snapt wat de Engelsen bedoelen met ‘sugar-coated bitterness’. Eindelijk eens een goed etiketje. Hoe je het ook noemt, dit wordt een heel best avondje. Na Franz Ferdinand, Editors en The Kooks in onze club is het hoog tijd voor Pete And The Pirates!

T-Ice