Zoals de Amerikaanse popjournalist Michael Azerrad al opviel: het lijkt soms wel alsof de muziekgeschiedenis ineens van Talking Heads naar Nirvana springt, zonder dat daartussen ondergronds al van allerlei interessants en belangwekkends gebeurde. Alsof die gitaarherrie die men Grunge ging noemen er ‘zomaar ineens’ was. Azerrad vulde deze lacune met zijn veelgeprezen boek ‘Our Band Could Be Your Life’, met de verhalen van 13 bands, waar niet alleen Kurt Cobain stuk voor stuk fan van was, maar die de basis hebben gelegd voor alle ‘alternative’ of ‘indie rock’ die vanaf Nirvana ‘zomaar ineens’ te horen viel. Eén van die 13 bands was Dinosaur Jr, hier in Vera wel bekend (net als die andere 12 trouwens). Bassist van deze indie-pioniers was Lou Barlow, die er zelf nog een andere band op nahield: Sebadoh.

 Beetje een lang intro, zou je denken, maar je doet de geschiedenis geweld aan als je Lou Barlow en zijn Sebadoh niet in het juiste historische kader plakt. Voor de mensen die niet eind jaren ’80, begin jaren ’90 aan het eind van hun middelbare school of in hun eerste studentenjaren zaten, is het goed te weten dat we hier met een legendarische band te maken hebben. Die, en dat zeg ik er om schampere opmerkingen voor te zijn maar meteen bij, misschien wat gedateerd overkomt (de laatste plaat is van 1999), maar nog altijd relevant genoeg is om als inspiratiebron voor talloze hedendaagse bands te fungeren. En het leuke van Sebadoh is dat ze in twee heel verschillende richtingen inspireren: de songs van gitarist Jason Loewenstein vliegen vaak gierend uit de bocht, terwijl de liedjes van Lou Barlow veel rustiger poppareltjes zijn. Zelden een band met twee zulke verschillende gezichten gehoord (soms ook binnen één song!), en beide boegbeelden hebben zo hun fans. Voor elk wat wils, zou ik hier dus zeggen.

Zelf val ik altijd net iets meer voor Sebadohs Barlow-kant, maar dat komt eigenlijk omdat ik Barlow eerder dan van Sebadoh al kende van zijn zijprojecten The Folk Implosion en Sentridoh, die nog verder uitgeklede lo-fi singer/songwriterliedjes bieden. En omdat ik hem een paar keer solo heb zien spelen, optredens die wisselden tussen ontroerend mooi (de songs) en hilarisch grappig (Barlows vertellingen tussen de songs door); wat mij betreft de beste ingrediënten voor een goed singer/songwriterconcert. Jason Loewenstein zorgt er binnen Sebadoh echter voor dat er ook geweldig gerockt wordt. Hun unieke samenwerking leidde tot fijne singles als ‘Careful’, ‘Magnet’s Coil’ en ‘Rebound’. “Hee”, denkt de oplettende lezer nu, “die T-Ice noemt allemaal liedjes van ‘Bakesale’, de vijfde plaat uit 1994”.

Dat is vanzelfsprekend niet zomaar. Waar Sebadoh in 2008 de vierde plaat ‘Bubble & Scrape’ in zijn geheel in Vera kwam spelen, is het nu de beurt aan ‘Bakesale’. Als ze die lijn nou over een paar jaar nóg een keer willen voortzetten, dan komt mijn favoriete werk ‘Harmacy’ (1996) ook nog integraal voorbij. Daarop staat namelijk één van de bands beste en meest geliefde nummers ‘Beauty Of The Ride’, naast een hoop ander moois. Gelukkig heeft Sebadoh, het illustere trio dat wij hier in Vera tot onze huisfavorieten rekenen, aangegeven naast ‘Bakesale’ ook een aantal andere songs te gaan spelen, dus dat magische liedje komt vast nog voorbij. De ketting van de muziekgeschiedenis is lang. Vanavond ziet u één van de belangrijkste schakels van die ketting, die van die mooie tijd begin jaren ’90.

T-Ice