Het muziekfestival TakeRoot is als een verrassende reis door Amerika. Het ene moment zit je in een Blue Motel, waar een vereenzaamde singer-songwriter zijn leed door de flinterdunne wanden uitschreeuwt, om vervolgens in een plattelandsschuur vol feestende country-liefhebbers te belanden. SPOT Groningen programmeert het hele jaar door concerten die worden gepresenteerd onder de noemer TakeRoot presents, deze keer in samenwerking met VERA.

Over Dale Watson (Birmingham, Alabama, 1962) zou je een boek kunnen schrijven. Ik zal me hier een beetje proberen in te houden, maar hoe meer je over de man ziet, leest en hoort des te meer wil je van hem weten.

Alleen z’n song- en albumtitels geven al een mooi inkijkje in z’n leven.

En dit is slechts een deel uit z’n enorme oeuvre: IIs There Something Wrong (1989), Blessed or Damned (1996), I Hate These Songs (1997), The Truckin Sessions (1998), People I’ve Known, Places I’ve Been (1999), Every Song I Write Is For You (een tribute aan z’n vriendin die stierf bij een auto-ongeluk, 2001), One More, Once More (2003), Heeah! (2005), Whiskey or God (2006), From the Cradle to the Grave (2007), Help Your Lord (2008), Carryin’ On (2010), Old Frat/ Run Away (7-inch, 2013), Call me Insane (2015), Blackjack (2017), Call Me Lucky (2019).

En als je hem ziet en hoort dan is hij bijna een karikatuur. Met z’n gebeeldhouwde karakterkop met bakkebaarden, armen vol tatoeages, gitaarstrap waarop een Bald Eagle en z’n voornaam prijkt. Zelfs op zijn spijkerjack heeft Dale z’n voornaam gestikt. Op z’n mouw is de vlag van Texas te zien.

Ja, Dale Watson is een trotse Texaan. Hij groeide in een gezin met drie broers op in de zuidelijke staat die al decennia door de Republikeinen wordt gedomineerd.

Maar hij is een wat atypische Texaan en noem hem vooral geen country-artiest, zoals de presentator van KEXP deed (zie filmpje hieronder) toen Dale en z’n band daar in 2015 wat liedjes speelden. “Country?! zei Dale met een blik alsof hij zojuist was beticht van kindermisbruik. “Ik hou niet van country…we spelen geen country en ik heb niets te maken met country. Ik speel Ameripolitan, zoals Johnny Cash, Merle Haggard, Buck Owens, Carl Perkins.”

Stuk voor stuk eigenwijze songwriters waarvan een aantal tot de outlaw-country gerekend mag worden. Deze stroming waarvan Willy Nelson en Townes van Zandt andere bekende exponenten zijn werd al jaren geleden uitgekotst door Nashville - de country-hoofdstad van de wereld die is verworden tot een reactionaire en aalgladde countrypopfabriek.

Dale Watson schrijft alleen liedjes over echte mensen en situaties, hij is een storyteller op muziek.

Hij schreef ook het lied “Where do you Want It?” over z’n gewaardeerde en toen al bejaarde collega Billy Joe Shaver (1939-2020), die een agressieve kerel in Papa Joe’s Texas Saloon uitnodigde om het buiten uit te vechten. De man trok een mes, Billy Joe vroeg waar hij ‘m wilde hebben en schoot vervolgens een kogel door z’n wang.

Dat is ook zo mooi aan deze stroming. Door de liedjes die ze over elkaar schrijven zie je de dwarsverbanden tussen deze dwarse muzikanten en de waardering die ze voor elkaar hebben. Denk aan Lucinda Williams’ Drunken Angel, het briljante eerbetoon aan Blaze Foley of het tribute-album Townes van Steve Earle.

Willy Nelson noemt zichzelf overigens een van de grootste fans van Dale Watson.

Hij is inmiddels ook – net als zijn grote voorbeelden- opgenomen in de Austin Hall of Fame, maar op z’n lauweren rusten ligt niet in zijn aard.

Watson opereert alweer decennia vanuit deze progressieve muziekstad, en tegenwoordig ook vanuit Memphis. Waar hij met z’n lief (en muzikante) Celine Lee ook een airbnb runt. Kijk voor de grap ‘ns op z’n website en zie de fraaie woonruimtes die ze in Marshall (Texas) en Memphis verhuren en prachtig hebben ingericht met vintage meubels. De muziekliefde druipt er van de bruin-gele muren. Vooral Little Graceland (op anderhalve kilometer van Elvis’ bedevaartsoord) is een lust voor het oog.

Je kunt via z’n website ook stickers, patches en basebalcaps kopen met de opdruk CMA: Country My Ass.

Nu was ik toch weer even afgedwaald, excuus.

Dat gaat snel bij deze man die meerdere levens lijkt te leven. Hij was ook nog een tijd vrachtwagenchauffeur (Dale rijdt soms ook de tourbus), runde een honky-tonk, begon een bar-restaurant in Memphis, speelde in musicals en films, organiseert een jaarlijks festival, schrijft boeken, heeft een eigen studio en dan ben ik ongetwijfeld nog wat ambachten vergeten.

Dale Watson is bovenal muzikant. Al sinds de paplepel. Met een vader die in een band zong en een oudere broer die ook muziek maakte. Op z’n twaalfde begon Dale z’n eerste liedjes te schrijven en als scholier speelde hij samen met zijn broer al meerdere keren per week in bars en clubs in Houston met gelegenheidsband The Classic Country Band.

Pas toen hij in 1988 naar Los Angeles verhuisde nam zijn muzikale carrière pas echt een vlucht. Niet op een Hollywood-manier, maar door hard werken, veel optreden, platen maken, schrijven voor anderen en levenservaring opdoen en dat weer verwerken in z’n liedjes. Met inmiddels vier huwelijken en z’n verdriet verdoven met drank en drugs heeft hij in elk geval genoeg inspiratie opgedaan.

Hij is geen verbitterde man geworden, maar juist een zeer goed geluimde. Die de verdovende middelen zegt te hebben afgezworen en een van zijn laatste platen niet voor niets de titel “Call Me Lucky” gaf.

Met z’n gulle glimlach, puike begeleidingsband The Lone Stars en z’n elektrische gitaar volgeplakt met Europese munten toert Dale nog steeds met groot plezier door verschillende continenten en pakt hij elke zaal in met zijn soepele voordracht en onderkoelde humor. En met liedjes die het meestal niet moeten hebben van inventieve melodieën, maar vooral van z’n sterke teksten.

Maar wie beweert dat hij vooral tekst op muziek maakt doet Dale Watson & His Lone Stars zeker tekort. In een lied als Birmingham Breakdown hoor je toch echt wel sublieme en razendsnelle instrumentbeheersing, terwijl Dale met z’n gebronsde stem z’n verhaal vertelt. De muzikanten zijn perfect op elkaar ingespeeld en staan met het grootst mogelijke plezier te musiceren. Dat de band inmiddels wordt gesponsord door Lone Star-bier is niet meer dan terecht.

Dale Watson & His Lone Stars lijken te toeren tot ze erbij neervallen. Deze tour spelen ze eerst een paar weken avond-na-avond in Amerika, vliegen direct daarna naar Europa en pluggen met een jetlag alweer in voor een korte reeks shows, vliegen een week later alweer terug om meteen weer in thuisstad Austin het podium te bestijgen. Gekkenwerk is het wel, maar ja Dale zingt niets voor niets Call me Insane.

Hoe dan ook, zorg dat je er deze avond bij bent mocht Dale of één van de Lone Stars inderdaad bezwijken.

Igor