Steven Seagall op TV, Edwin zet om half twaalf nog een verse bak koffie, ATGMC trekt een korte broek aan, iemand bakt pizza’s in de grote zaal en tegen kwart voor twaalf duikt de band een goed gevulde kelderbar in.

Ze starten met de synthman van Model Depose die wat begint te noisen met z’n synth setup en een fruity feedback loop. De zanger met versgeverfd groen haar, cruciaal hardcore shirt, crass patch op de broek duikt vanaf de eerste noot het publiek in, microfoons omflikkerend en het publiek moshend. Iemand uit het publiek neemt de microfoon over voor wat sing-alongs terwijl de zanger bovenop de kickdrum het publiek toeschreeuwt.

Halverwege de show lijkt de lethargie het te winnen van de energie, de band ploegt door maar de betere nummers leken aan het begin van het set te zijn. Aan het eind van de set overstuurt de bassist zijn versterker zodanig dat ie het niet meer doet en we de bas maar in de mengtafel hebben geprikt. Al met al lijkt het wat bedacht, de korte broekjes, de acrobatiek en ze lijken alle genres op een hoopje te gooien zonder een duidelijke lijn te trekken. Maar daarmee doe ik ATGMC ook weer teniet, de riffs zijn geweldig, een handjevol erg sterke singalongs en de band blijft alles van het begin tot eind geven.

Iemand vertelt me achteraf dat ze het geweldig vond en dat ze puur op de video met de tekst ”my nose bleeds before it kicks in” was afgekomen. Punk voor de dubstep generatie. Mooi dat onbevangen enthousiasme en de kameraderie met het publiek. Oh ja, later op de avond vertelde iemand me nog een grap en ik moest lachen. Mooie avond.