Zo'n tien jaar geleden stond Gorki, na wat ploegwerk door mijn archief, zowel voor het eerst als voor het laatst in Groningen. Dat was op Noorderzon. Niet op het podium boven de vijver, maar in een kleine tent, ergens in het park. Luc de Vos, de man achter Gorki, was verbaasd dat de mensen 'in het noorden' hem kenden. Want, terwijl hij in thuisland België al jaren als cultheld door het leven ging, een tevens een graag geziene gast op de kleinere en grotere podia was, had hij in Nederland een keer in het voorprogramma van Bløf mogen staan. Ergens in Brabant. Voor – destijds waren het ongeveer zijn eigen woorden – een groep meisjes van amper zestien, die nog nooit van hem hadden gehoord. En hoogstwaarschijnlijk, na zijn optreden, ook nooit meer van hem wilden horen. Iets wat niet aan Gorki kan hebben gelegen. Althans, dat kan ik me niet voorstellen. Eerder 'het lot van het voorprogramma'.

In Groningen speelde hij vanwege zijn geweldige plaat 'Eindelijk vakantie' (2000), een te onvolprezen Nederpopplaat, vol jongenstragiek en bescheiden teenage angst; bravoure en zelfrelativering volgen elkaar in hoog tempo op. Geschreven door een man die toen al ruim vijftien jaar geen puber meer mocht worden genoemd. De ietwat weemoedige sfeer van voorgaande platen, wordt op 'Eindelijk vakantie' getackeld met de opener 'Ode an die Freude', zoals we die kennen van Schiller en Beethoven. De Vos tokkelt zich op zijn elektrische gitaar door het stuk heen en zingt, zoals het hoort, de tekst in het Duits. Daarna volgen er een tiental songs die koren zijn op de molen van iedere Radiohead- en Flaming Lipsadept. De nummers zijn niet meteen hits, maar wel ontzettend goed, met een originele insteek en dito thematiek.
Het ontvangst van 'Eindelijk vakantie' zorgde ervoor dat de band Gorki op Rock Werchter mocht spelen. 'Ik weet nog wel, in 1982, dat ik hier was omdat U2 hier speelde. En nu sta ik hier zelf'. In Nederland werd er een schitterende Lola da Musica over hem gemaakt. Die aflevering is één van de betere uit de gehele reeks. De Vos nam de VPRO, en dus de kijker, mee naar het buurthuis in zijn oude dorp Wippelgem, waar hij zijn carrière was begonnen – hij had er als kind een paar keer gespeeld. Naast een bezoek aan een kerkhof, een wandeling over het spoor en een autorit door thuisstad Gent, speelde hij enkele nummers op een ontzettend kleine gitaar – het leek wel speelgoedgitaartje.

Dat Gorki pas met 'Eindelijk vakantie' op Werchter mocht spelen, is wat vreemd. In 1991 maakte hij met 'Gorky' al één van de mooiste platen uit de Nederpopgeschiedenis. Hierop staat het nummer 'Mia', wat nooit een single is geweest, maar in België steevast de hoogst genoteerde Nederpopsong in de top100-allertijden is. Een betere hit is er de afgelopen tien, twintig jaar in onze taalstreek niet geschreven. Ook niet door De Vos zelf. Al staat zijn discografie barstens vol met mooie platen. Bijvoorbeeld 'Ik ben aanwezig' (1998), en niet alleen vanwege het titelnummer, een duet met Tom Barman. De ietwat gekunstelde manier om als Radiohead te klinken is charmant en de teksten zijn eerlijk. Maar ook platen als 'Monstertje' (1995), 'Vooruitgang' (2001), 'Homo Erectus' (2006) geven een inkijk in het België buiten de steden. Een eerlijk beeld van een persoon die leeft in een eigen universum, speelt met herhalende thema's en met een originele, vaak melancholische blik kijkt: 'Als ik wil helpen, is er niemand die luistert, naar mijn wijze raad', zingt hij bijvoorbeeld in 'De olifant is grijs'.

Zijn nieuwste geesteskind, tevens 10e plaat van zijn band Gorki, is 'Research & Development' (2011). Volgens Gorki is de plaat 'een ironische knipoog naar de vooruitgang in deze neokapitalistische tijden'. Ondanks dat weet De Vos opnieuw de luisteraar met wanhopige en weemoedige teksten te raken. Zelfs als het gaat over aspirine. Het is een intense plaat die, qua stijl, van hot naar her vliegt, maar wel dicht blijft bij alles wat je mooi kunt vinden aan Gorki. Een plaat waarbij je alle andere Gorki-platen weer uit de kast vist en allemaal tegelijk zou willen draaien.
Wat ben ik blij dat Gorki naar Vera komt. Ik sta vooraan en ik zie je daar!

 

Niek