In ‘Stock Car Racing’ zijn de auto’s geen zorgvuldig ontworpen racemonsters - zoals bij formule 1 - maar ‘gewone’ autos die opgevoerd zijn tot grommende asfaltvreters. De sport is vooral bekend door de evenementen van NASCAR. Evenementen zoals de Daytona 500, waar racers maarliefst - je raad hem al - 500 rondjes moetenng rijden.

Ver van de glitz and glamour van NASCAR, ergens tussen de bergen en heuvels van New Jersey, runnen Jim and Barbera een van de laatste onafhankelijke Stock Car-banen in Amerika. Geen mooie, nieuwe bolides zoals bij grote broer NASCAR, maar opgevoerde barrels die al botsend - en met moordende snelheid - over het gescheurde asfalt knetteren. Maar de baan staat inmiddels op peperdure grond en is miljoenen waard. Bovendien zijn Jim en Barbera al aardig op leeftijd en begint hun pensioen te lonken. In The Last Race laat Regisseur Michael Dweck ons zien wat een complete schande het zou zijn als de bulldozers op zouden rukken om de baan om te toveren in het zoveelste winkelcentrum.

Tjokvol met zinderende slow-mo, ronkende motoren en een bonte verzameling racers, toeschouwers en fans, is The Last Race een liefdevolle ode een unieke racesport. Je ruikt bijna de benzine en het verbrande rubber.