Hoe obsessief je ook met muziek bezig kunt zijn, je kunt niet alles horen. Soms gaat er simpelweg een band langs je heen waarbij je je later afvraagt hoe je het in godsnaam hebt kunnen missen. Voor mij is The Drones zo’n band. Een stel Aussies, met een zanger die bibberend zijn neuroses van zich afschreeuwt, terwijl de band rauw en bluesy om zich heen sloeg. Ze speelden ooit eens bij ons in de zaal, ontdekte ik.

Hoe dan ook.

Een collega stuurde een liedje van ze door, onder het mom van ‘dit waardeer je wel’. Dat klopte inderdaad.

Ik heb ‘Shark Fin Blues’ drie volle dagen op repeat gehad en het is een liedje waar ik nog steeds slap in mijn knieën van wordt.

Alsof de goden er mee speelden bleek die band vorig jaar een doorstart te hebben gemaakt. The Drones waren er al weer even mee gestopt, maar zanger Gareth Liddiard en bassiste Fiona Kitschin waren nog lang niet uitgespeeld. Onder de welluidende bandnaam Tropical Fuck Storm hadden ze inmiddels een nieuwe plaat opgenomen, waarbij de band was aangevuld met gitariste / toetseniste Erica Dunn en drumster Lauren Hammel. De plaat werd ergens dit voorjaar op een Australisch label uitgebracht en zo in het najaar was de plaat ook in Europa aangekomen. Gelukkig maar, want ‘A Laughing Death in Meat Space’ was naar de geheel bescheiden mening van uw schrijver de mooiste plaat die het vorige jaar is uitgebracht.

Muzikaal borduurt het een beetje voort op wat The Drones deden, maar de plaat als geheel is wat avontuurlijker. Tropical Fuck Storm klinkt als David Bowie met een driftbui, Suede in zelfdestructiemodus en Nick Cave zonder piano’s. Neem ‘You Let My Tyres Down’, de opener van het album. Het is alsof de band een standaardgitaarliedje bij kop en tenen heeft gepakt en het met duivels genoegen op de pijnbank heeft gemikt, om daarna de kale huid nog wat op te wrijven met grofkorrelig schuurpapier. Het nummer wringt aan alle kanten en het glorieert in het soort bombast waarbij het luidkeels meegebrulde refrein, de nauwelijks beheersde feedback en de emotionele zang van Liddiard elkaar tot tranentrekkend mooie hoogtes opdrijven. Om daarna tevreden grijnzend naar de rokende puinhopen te staren.

Wat de plaat zo goed maakt is dat de band speelt met de conventies van popliedjes. Ze weten dondersgoed hoe een mooi liedje in elkaar zit en ze deconstrueren het, om de afzonderlijke delen tot iets nieuws en spannends op te kalefateren. Daarbij zijn het vaak niet eens de zoemende gitaarhalen die de meeste indruk maken. Het zijn de stuiterende beat en overstuurde synths van een uit elkaar getrokken popnummer als ‘Chameleon Paint’,  of de venijnige humor in Liddiards teksten. In ‘The Future of History’ beschrijft hij de schaakwedstijd tussen Gary Kasparov en schaakcomputer Deep Blue als een episch gevecht tussen twee filmcowboys. Om uiteindelijk te concluderen dat als IBM je dromen waar kan maken dat vast ook voor je nachtmerries op zal gaan. En in de toekomst schaakt er natuurlijk niemand meer.

Hoe krijg je zo’n band nu van Australië naar de andere kant van de wereld?  Want laten we wel zijn. Wij als muzikale fijnproevers in Vera smullen hier van, maar om noteringen in de hitparade te verwachten lijkt ook weer een brug te ver. Dat hoeft ook niet, maar je wil een band niet de halve wereld laten overvliegen voor drie optredens voor twee dozijn mensen. Gelukkig is het niet alleen ons opgevallen hoe goed de plaat is. Je ziet de plaat opvallend vaak terug in de jaarlijstjes en waar The Drones buiten hun thuisland nooit helemaal wisten door te breken heeft Tropical Fuck Storm direct een flinke buzz te pakken. De band is geboekt op London Calling en nog wat festivals. Dan kan het wel uit, gelukkig. En dus komen ze ook hierheen. Godzijdank.

‘A Laughing Death in Meat Space’ was wat mij betreft de mooiste plaat van 2018. Dat dit concert dan eind 2019 op de Wall of Fame mag belanden. Ik teken ervoor.

Raketkanon, ook al geen misselijke keuze qua naam maakt deze avond een hele toffe double bill. Sludgenoisecore wordt het genoemd. Vast niet door hun zelf, maar wel in een recensie die ik tegenkwam. Ik zag ze ooit op Eurosonic. Heerlijk enerverende takkeherrie was het en de zanger krijste als een varkentje op weg naar het slachthuis. De Belgen speelden een werkelijk loeistrakke set in de Shadrak, waarbij het gierende gitaarwerk in toom werd gehouden met dreunende bassen en verbazingwekkende tempowisselingen. Sludgecorenoisehardcorepunk. Het zal wel met die omschrijvingen. Het was vooral heel goed, inventief en intrigerend. Dus eerst Raketkanon, dan even uithijgen en weer verder. Hoe kan het misgaan deze avond?

-Bart