Vergeet de uitvinding van de elektrische gitaar, de distortion en de gemangelde stembanden. Een piano is alles dat nodig is op de nieuwe Anathema. The Optimist staat vol met soundscape-achtige nummers waarbij de aandacht voor opbouw, crescendo en uitsterven tot op de milliseconde is uitgedacht. De hypnotiserende gitaren kennen we van voorgaande albums. En ook de breekbare zang die toch altijd harmonieus is uitgedokterd. Zoals in de traditie van Pink Floyd. De hoes van de plaat laat al de link zien met “A Fine day To Exit” en tekstueel pakt men daar ook verder. En om in die terminologie verder te zingen duik je onder in een zee van melancholie, harmonisch samenspel met die herkenbare tranentrekkende klaag aanzuigende werking. Overdachte pop, rock met af en toe op de achtergrond nog die melancholische doom.

Vergeet de uitvinding van de elektrische gitaar, de distortion en de gemangelde stembanden. Een synthesizer is alles dat nodig is op de nieuwe Depeche mode. Spirit is een sterk brok duistere elektronica geworden. Met sterke teksten en de aanstekelijkheid van demonstratie leuzen. Dansbaar, kwetsbaar en melancholisch. De contrastrijke instrumenten laten een leger aan nummers ontstaan. Die voortmacheren op de beat. Het nummer “Where's the revolution” krijgt al redelijk wat airplay en is een prachtig en krachtig monument voor deze tijd. Anton Corbijn stond voor het visuele plaatje van dit plaatje en kleurt goed bij de zwart witte en soms eindeloos lijkende loops. Dan vanuit die hypnose straat ineens weer een soort theatraal licht. Depeche Mode weet met je gemoedstoestand te rotzooien waarmee je aan het eind niet weet of je nu naar een brok grijze misère heb geluisterd, of gewoon naar een stampende donker romantische rockplaat. Speciaal is het nummer “Eternal” dat neigt naar een nummer uit de rockopera Jesus Christ Superstar en waarop Martin Gore zingt voor zijn dochtertje. Net als uit meer nummers van deze plaat spreekt hij zijn zorgen uit over wat de toekomst brengen zal. En even verder gaat de plaat verder alsof we de jaren tachtig nooit verlaten hebben. Een plaat met verschillende sferen en kanten die met een aantal keren alleen maar interessanter wordt. Geef Spirit een kans als je niet vastgeroest zit aan gitaargeweld.

The Wounded brengt Sunset uit. Dat er een plaat op de plank lag was al even duidelijk. Hoe komt zo'n plaat dan binnen. Iedereen is zeven jaar ouder. Heeft het nog dezelfde impact? Wordt het niet pathetisch en achterhaald? Het antwoord is een volmondig Neen! De band laat een wat ingetogener kant van zichzelf horen maar kan ook nog lekker doorwalsen en rocken. De nummers zijn pakkend en aanstekelijk als vanouds en donker ijlend als een koorts. De opbouw van de nummers is voorspelbaar en dragend waardoor je het gevoel hebt de nummers direct te kennen. En de link met Anathema en Katatonia is nog steeds een actuele. De teksten zijn aanstekelijk en het zelfmedelijden ligt op de loer maar ze zijn eerlijk en recht uit het hart. En de kracht, ze lijken voor je geschreven te zijn.  Marco zingt ze fantastisch met soms volle kracht borst vooruit en de fuck alles mentaliteit onder de arm en soms wordt het klein en breekbaar als een klein jongetje bang voor het monster dat onder de trap woont.

Sunset is zo'n zeldzaam album dat je in een bepaalt gevoel achterlaat en je niets anders kunt doen dan hem nog een keer opleggen. En zoals mijn dochtertje zei; "jij had dit liedje vanochtend ook al op staan." "Dat klopt, vindt je het mooi?"  "Ja, een beetje verdrietig maar ook heel mooi."

Wokkel