Één keer in de zoveel tijd wijken we met Downstage uit naar een doordeweekse dag, mocht er op die avond een gave band beschikbaar zijn. De Canadezen van The Burning Hell, toepasselijk met dat snik benauwde weer, is zo’n groep waarvoor we de kelder dan maar op een maandagavond opengooien. Voorzien van een paar kannen water met ijsklontjes, een opgebouwde zangset en hulp van de eigen geluidsman begin ze jolig aan de soundcheck met Gangsta’s Paradise van Coolio. Sympathieke lui, maar wel enorme mopperkonten als het over het geluid gaat. Ondanks dat alles uitversterkt kon worden en er nog een monitor van boven gehaald werd, waren ze niet erg over het geluid te spreken. Jammer, want als de zanger tijdens het optreden zelf niet had genoemd dat het geluid naar hun mening niet optimaal was, dan had je als toeschouwer er weinig van gemerkt.

Bij het opengooien van de deuren stonden er nou niet echt mensen voor de deur te drammen en toen we uiteindelijk de kassa sloten stonden er zes betalende bezoekers op de lijst, waarvan drie uit Bremen, die waren speciaal naar Groningen gekomen om de band te zien! Een band met groupies dus! (Thomas merkte terecht op dat het misschien de naam was geweest die mensen heeft afgeschrikt) Afijn, de show! Humor en muziek is voor mij vaak een hele grote no-go, maar dit keer werd de plank gelukkig volledig raakgeslagen, de teksten waren vaak gevat, scherp en zaten vol leuke referenties en woordspelingen. Muzikaal was het nou ook niet echt wat de naam deed vermoeden, want het deed me qua sound soms wat denken aan Silver Jews en Douwe en Remy riepen na het concert in koor: ‘JEFFREY LEWIS!!’ Die kende ik niet, maar nu wel en dat vind ik best leuk. Daarnaast was het voor mij de eerste keer dat ik een vrouw een nummer lang heb zien feedbacken op een klarinet, iets wat vaker schijnt te gebeuren in de muziekwereld, maar voor iedereen moet er een eerste keer zijn. En ondanks mijn scepsis was ik blij verrast door de gehele avond en ben ik gedurende de show een overtuigd satanist geworden!