Stipt zes uur stond ik voor de deur van Vera en voelde me een klein beetje lullig vanwege het feit dat ik er niet eerder kon zijn. De band zou om half zes aankomen. Met een gehaast hoofd liep ik naar de kelder om te horen te krijgen dat ze er nog niet waren. En het mocht ook nog wel ff duren ook, want de band met een brak hoofd Groeningen had ingetypt in de TomTom. Een prachtig dorp vlakbij Boxmeer zou dan de locatie moeten zijn voor de legendarische Vera Club en gelukkig lekker dichtbij België waar ze de dag daarvoor gespeeld hadden. Nou, kwamen zij even van een koude kermis thuis. Groningen is nog wel een stukje doortuffen en om half negen kwam de band dan ook aankakken in het hoge Noorden.

Er moest dus veel gebeuren in een korte tijdspanne en daar leken de rocksterren mentaal en fysiek nog niet helemaal klaar voor te zijn. In ijzige stilte werd alles snel opgebouwd en werd er gesoundcheckt (soundgecheckt? Het blijft moeilijk). Dat de muziek een beetje een contradictie is met de persoonlijkheden die voor ons staan moge duidelijk zijn, maar laten we het erop houden dat ze de alcoholpercentages in Belgisch bier een beetje hadden onderschat en ze een cool imago hoog hebben te houden, ofzo.

Destruction Unit, de band die eerder onder andere wijlen Jay Reatard onder de gelederen heeft gehad, heeft een aardige staat van dienst als keiharde rockband en vanavond lieten ze zien dat het eigenlijk gewoon stiekem een noise-band is, hoewel niet heel stiekem. ‘Morphine boogie for the 21st century noise addict’, zoals ze het heel raak weten te verwoorden bij Sacred Bones. Met een vierde album Negative Feedback Resistor (streambaar, hard en heel goed) zitten ze op hun vijfde dag van de tour als ze in Vera om een uurtje of kwart over tien beginnen.

Na het spelen van de eerste drie noten staat het publiek twee meter verder naar achter, want het is hard en de band laat er geen gras over groeien. Een half uur lang beuken ze het publiek omver met drie gitaren, een drum, een zanglijntje met beweeglijke zanger en een apparaat waar veel rare, harde geluiden uitkomen. Dat laatste instrument wordt bediend door een man met een sjaal over zijn hoofd en de drummer heeft een zonnebril op. Dat zijn de looks die bij dit soort muziek passen. Gelukkig is het naast hard ook heel goed als je de nuances en de instrumenten in de nummers kunt onderscheiden, iets wat in een kelderbar niet op iedere plek mogelijk is helaas.

Kortom, een lekker beginnetje van je werkweek en als Douwe en ik volgende dag om 11 uur klaar staan met het ontbijt verlengt de band lekker hun weekend. Ze hadden de klok waarschijnlijk nog op de Vlaamse tijd staan, want om twaalf uur druppelen ze met ouderwets enthousiasme de Kemenade binnen. In stilte eten ze hun tosti en staren ze naar de posters. Straks weer terug naar België.