Foto: Marinke

In de Kelderbar is het geluid niet vergevingsgezind. Heeft een band een beetje harde drums dan moeten ook gelijk alle andere instrumenten snoeihard om daar boven uit te kunnen komen. Andersom is het bij semi-akoestische bands een probleem als er een of andere dronken droplul of kut doorheen staat te ‘praten.’ Vaak zit ik met plaatsvervangende schaamte bij dit soort concerten en hoop ik dat de muzikanten een niet te kloterige herinnering overhouden aan ons publiek. Soms ben ik echter trots op het Groninger publiek. Als er met aandacht wordt geluisterd en je een speld kan horen vallen, verdwijnt mijn moordzuchtige woede als hedonistische tieners onder het mes van Jason Voorhees.

Bij Fickle Ghost was het publiek zo stil dat het leek alsof ze gehypnotiseerd waren. Dat was te danken aan de vier dames en heer van Fickle Ghost. En dat terwijl de experimentele folk die ze te horen gaven nou niet de meest makkelijke muziek is die we in de kelderbar hebben gehad. Ik vond het geluid erg mooi en dat de band na het optreden werd gefeliciteerd mag een hint zijn dat het publiek dat ook vond (of er was iemand jarig, kan ook). Cello, accordeon, akoestische gitaar, het mag van mij wat vaker in de kelderbar. Een fijn rustpuntje in wat normaal een testosteronbunker mag heten. | REMY