Op een dinsdag eens richting Lissabon getrokken, in plaats van de Oosterstraat, samen met Steven, weer zo'n Zienemist die onlangs in de gelederen is teruggekeerd (een goede, tamelijk nieuwe gewoonte van mensen die vertrekken). Een weekje Lissabon stond ons te wachten, dat elke prettige verwachting verre overtrof. Wat een fantastische stad! En de Portugezen stonden mij ook wel aan, met hun air de dingen wel aan te kunnen zoals ze geschieden en voorliefde voor goed eten en drinken.

Zaterdagavond bevonden wij ons in de prachtige Cinema São Jorge bioscoop, aan de statige Avenida da Liberdade, waar het prettig lommerrijk wandelen is tussen de jakkerende verkeersstromen, over een zoveelste variant op de alomtegenwoordige patronen van de wit met zwart versierde hardstenen stoepbestrating. De bioscoop werd in 1950 door de Britse Rank Organisation geopend en zou aanvankelijk een Odeon bioscoop (nog overal te vinden in Groot-Brittannië) worden, ware het niet dat Lissabon al een cinema had met die naam. Aanvankelijk 1827 stoelen in een Art Deco zaal, zijn tegenwoordig daarvan balkon en orkestbak verbouwd tot zalen van respectievelijk 845 en 250 stoelen. Kortom een fraai filmparadijs, want het bleek ook de plek waar allerlei festivals worden georganiseerd. Twee dagen na ons vertrek begon een indie festival, IndieLisboa '12.

Maar wij waren er voor de laatste voorstelling van een documentairefestival, Panorama 2012, ofwel de 6ª Mostra do Documentário Português. Wij hadden al eerder op een avond twee programma's ervan gezien, waarvan vooral de korte films van de kunstzinnige Filmbank (tegenwoordig in Eye opgegaan) variant bleken en mooi van tekst gespeend. Want ik geloof niet dat ons Portugees er hoe dan ook vooruit op is gegaan in die week, hoe mooi we de taal ook vonden klinken. Wat de vaste campinggangers in Comunidade (Salomé Lamas, Portugal 2011) te vertellen hadden (soms hilarisch in beeld gebracht tegen caravaninterieur en het Portugese publiek menigmaal aan het lachen brengend), en de bewoners en middenstanders in Alegria com Firmeza, Firmeza com Alegria (Tiago Cabral, Portugal 2011) over een kruispunt, hadden we best willen weten. Later op de avond bleek 30.000 Anos (Maya Rosa, Portugal 2011), over prehistorische tekeningen in de Portugese heuvels, tot onze opluchting Engels ondertiteld.

Naast (zeer) recent werk werd er vooral allerlei zeer oud materiaal vertoond. Maar toen we daar in eerste instantie op af kwamen, bleek ik me een dag te hebben vergist. En dat we toen nog wel naar het semidocumentaire Lisboa, Crónica Anedótica (José Leitão de Barros, Portugal 1930) konden die zaterdag, was ook min of meer een verrassing. Maar wat een geniale! De grote zaal bleek zowat vol met stedelingen, waarvan een deel vooral op de begeleidende band, de António Bruheim Quinteto, een cool swingende kleine ensemble van een man of vijf-zes, leek af te komen. Wat volgde waren ruim twee uur puur genot. Ik had nooit van de filmmaker gehoord, maar hij bleek fantastisch. De film was een aaneenrijging van – inderdaad – anekdotische vertellingen, soms wat in scene gezet (maar dan direct erg grappig), maar overal in de stad op locatie of gewoon in de straten gefilmd. Niet alleen de filmer had humor, ook de stedelingen en acteurs die hij had ingehuurd of ingepalmd. Maar chemie was er duidelijk tussen de mensen voor en achter de camera. Portugese vrouwen bleken ruim tachtig jaar geleden net zo fraai als hun moderne evenknieën. De mooie vissersvrouwen en bloemenmeisjes zag je weerspiegeld in de caféhoudster die een bekende op de stoep op z'n nummer zette, zich van hem afwendend met een schalkse glimlach naar Steven en mij. Wij zaten er tevreden aan onze eerste Super Bock nippend, halverwege een ronde over een immense rommelmarkt. OK, Portugees muziek leverde het niet op, maar wel onder andere twee Tom Jones singles, een Portugese persing van Sittin' on the Dock of the Bay (en nog drie andere nummers nog wel) van Otis Redding en 99 Luftballons van Nena! De laatste wel met Engelse titel, maar volgens mij toch echt in het Duits.... Toch wel de charme van Europa, al die talen.

Onze hostel bleek ook vlakbij het Cinemateca Portoguesa – Museu do Cinema te liggen, met ook een mooi programma, en een geweldig onderkomen bovendien. Zij vertoonden alles in de originele taal, met Portugese ondertitels, wat toch wel betekende dat wij op Engelstalige films waren aangewezen (want André Delvaux's Een hond tussen vrouw en wolf (België 1979), met Rutger Hauer nog wel, was een week eerder geweest). Nee, een Ermanno Olmi retrospectief was te hoog gegrepen. Maar goed, ook daar was de Super Bock schappelijk geprijsd, dus we hebben wel van het café met alle historische affiches genoten.

Maar ook bij een bezoek aan het Museu Colecção Berardo,onderdeel van het Centro Cultural de Belém, ontkwamen we niet aan film. Berardo was een uitstekende verzamelaar, die een sublieme collectie 20e-eeuwse kunst bijeenbracht. Cindy Sherman, met haar geënsceneerde film stills zat ertussen, en verschillende Eiki 16mm projectoren (welbekend van Zienema pre-1997) ratelden lustig met mooie filmloop-constructies, de voorlopers van de huidige digitale loops vertonend. En toen we zondag uitstapten om het Museu Calouste Gulbenkian te bezoeken, stuitten we op een megaplex van UCI Cinemas. Ook daar alles in originele taal met Portugese ondertitels – maar ach, zin hadden we niet echt om naar American Pie: O Reencontro, of A Dama de Ferro (na de tachtiger jaren en alle neoliberale privatiseringsellende die aan haar en de haren ontsproot (damn you, Lubbers en VVD consorten – ja het was echt jullie idee, die heilloos gebleken zegeningen der marktwerking) weiger ik om twee uur van mijn leven aan Margaret T. te besteden, hoe fraai ook vertolkt) te gaan. Overal in de metro werd reclame gemaakt voor Capitães de Areia (Cecília Amado & Guy Gonçalves, Brazilië 2011 (trailer)), maar die bleek nog niet uit, en Os Piratas! helaas evenmin. Ach, het was mooi geweest.