TimesboldUSA
Jankobus SeunnengaNL
Alternative folk and elegant Americana
Op junimiddag in 2004 belde ik aan bij Vera. Ik werd binnengelaten en liep naar de Grote Zaal. Ik voelde me een indringer, ik was tenslotte op een plek waar ik niks te zoeken had en ik bedacht me dat er zo wel iemand zou komen die me weg zou sturen. Maar in plaats daarvan riep iemand vanaf het podium: “You must be Bart, come on over!” En zo begon mijn allereerste interview. Ik was 23, studeerde journalistiek en was betrokken geraakt bij een online muziekblad. Timesbold, een americana-gezelschap waarvan ik de muziek maar nauwelijks kende, zou de eerste band zijn die ik ging interviewen. Ik was bloednerveus toen ik aanbelde bij Vera, waar band ’s avonds zou optreden. Gelukkig bleken heren van Timesbold zo ongeveer de vriendelijkste mensen ter wereld te zijn. Ze praatten honderduit en namen alle tijd voor het gesprek. Voor ik het wist waren we drie kwartier verder en kon ik aan de slag met mijn eerste, echte artikel.
’s Avonds volgde het concert. Er waren akoestische gitaren, banjo’s en de pianist, die ’s middags nog zo vrolijk had zitten babbelen, boog zich heel serieus over zijn instrument. Zanger Jason Merritt had een hoedje opgezet en zong even verdrietige als mooie melodieën in de microfoon, waarin hij voor de sier wat gerbera’s had gehangen. Ik had me flink verdiept in de muziek. De muziek van Timesbold, zo had ik gelezen, zou vergelijkbaar zijn met acts als Will Oldham, Song:Ohia en Smog. Bands die ik op dat moment nog niet zo heel goed kende, maar die in periode daarna al snel uitgroeiden tot favorieten in mijn cd-speler.
Zelf vond ik Timesbold’s debuutplaat uit 2002 erg mooi. De droevige liedjes klonken bijna bescheiden, vond ik. Ingetogen en breekbare muziek, die dankzij de spaarzame aankleding met banjo’s, piano en drums steeds een beetje meer op de voorgrond trad. De tweede plaat ‘Eye Eye’ was net uitgekomen en ook die vond ik mooi. Ik was met name verliefd op het eerste liedje van die plaat, ‘Bone Song’. Het begon met een prachtige melodie en zacht gitaargetokkel, maar al snel ontstond er een meeslepend crescendo. De violen zwelden aan, een banjo begon te huppelen en een tempo ging steeds verder omhoog. Toen de band het nummer live speelde kreeg ik kippenvel.
Aan het eind van het optreden zong Jason over een veld dat gemaaid moest worden en tegen het einde van het nummer vielen de bandleden hem bij. Samen zongen ze voluit ‘Woe be gone’ en het klonk als een bezwering: als je maar hard genoeg zingt, dan werkt het vast. Het liedje had meer verdriet in zich dan ik als 23-jarige kon verhapstukken. Er prikte iets in mijn ogen, dus ik verborg mijn gezicht achter een glas bier.
In de jaren daarna verloor ik de band stukje bij beetje uit het zicht. Er kwam nog een plaat en Jason Merritt nam solowerk op. Om heel eerlijk te zijn ging het een beetje langs me heen. Pas een paar weken geleden zag ik dat de band na 15 (!) jaar een nieuwe plaat heeft gemaakt. Ik klikte hem aan en had een ‘teletijdmachine-ervaring’. Op ‘Not Still Here’ staan nog steeds die prachtige, ingetogen americana-liedjes, die kromtrekken van het verdriet. Akoestische gitaren, banjo’s en de als vanouds trillende stem van Jason Merritt. Alsof er niks veranderd is.
Maar, dat klopt natuurlijk niet, want alles verandert altijd. Je maakt voortdurend nieuwe dingen mee, doet unieke ervaringen op en je ontwikkelt je in richtingen waarvan je nooit had gedacht dat je dat zou doen. Dat geldt voor iedereen en natuurlijk ook voor Jason Merritt en zijn bandgenoten. Maar ik hoop wel dat ze net zo aardig zijn gebleven als op die junidag in 2004, toen ze een bloednerveuze student op zijn gemak stelden. En als ze dat liedje spelen over dat veld dat gemaaid moet worden, dan verberg ik -net als toen- mijn gezicht wel even achter een glas bier.
-Bart
Support van de avond Jankobus Seunnenga heeft op zijn nieuwste dichtbundel Slijp Steen zijn prachtige, eigen geschreven poëtische teksten op muziek gezet. Ondanks de soms introspectieve toon is de humor nooit ver weg. Slijp Steen gaat over de tijd nemen voor zaken, in tegenstelling tot de tijdgeest. De optredens voor de nieuwe CD hebben een intieme sfeer waarbij naast mooie poëtische liedjes opeens weer een absurd en knotsgek lied langskomt dat alles weer weet te relativeren.
Whip | Beauties of the underground live