Gelokt door de schitterende line-up en alle goede verhalen over voorgaande edities, moest ik dit jaar echt eens naar Le Guess Who? in Utrecht. De programmering bestaat bewust uit allerlei onbekend moois uit verschillende genres, met als gemene deler dat ze allen buiten de lijntjes durven te kleuren en niet vies zijn van experiment. “Het Vera onder de festivals”, zoals Pepr het zo treffend uitdrukte. Daar moest dus een Vera-delegatie heen.

 

Om dan direct met Other Lives in Tivoli de Helling te beginnen, was een droomstart. Deze Amerikaanse sensatie van het jaar bleek uitstekend op dreef, betoverde werkelijk de zaal en solliciteert overtuigend naar hoge eindnoteringen in jaarlijstjes (en 31 maart in Vera! red.). Daarna op onze huurfietsen snel naar het originele Tivoli aan de Oudegracht voor de laatste songs van mijn helden van Pinback. Die zaal bleek iets te groot voor hen, en het geluid was lang niet zo goed als drie week geleden in Vera. Het kwam allemaal wat rommelig over, maar de prachtig gelaagde songs stonden weer als een huis in de indiebouwstijl van rond de eeuwwisseling.

 

We konden blijven staan voor Bill Callahan, de man van Smog met de diepe stem. Hij werd als een held onthaald door de nu veel vollere zaal, die aandachtig de ingetogen liedjes opslurpte. Callahan wist het publiek lang te boeien, maar ik haakte tegen het eind toch af wegens de eentonigheid. Voor dit soort shows moet je in feite de hele tijd vooraan staan, en de bar was nou eenmaal achterin. Dat bracht ons dan wel weer in de stemming voor een ander optreden waar ik naar uitkeek: Bass Drum Of Death in de kleine, hete ACU. De recensies waren wisselend, maar je moet in dit genre dan ook geen radicale afwisseling verwachten. Ik vond het te gek! Twee garagerockers die de boel aan het hossen kregen en tussen alle oude punkrockreferenties sterk deden denken aan de begindagen van de grunge. Teen spirit!

 

Fool's Gold in Vera - Foto: Jeroen Dekker

 

Op zaterdagmiddag (mede door de vele overlap in het avondprogramma) de oortjes zachtjes weer opgewarmd tijdens het middagprogramma Le Mini Who bij Het Gloren (tip voor de komende WinterWelVaart!), en in Tivoli bij 3voor12-sessies van Fool’s Gold, Still Corners en akoestische sets van Okkervil River en Fruit Bats. Leuk om er zo intiem bovenop te zitten. Zie de opnames online. Fool’s Gold deed het van dit kwartet nog het beste en deed dat ’s avonds nog eens dunnetjes over voor een volle, enthousiaste zaal. Die hebben op beide platen al genoeg hits staan om de meute aan het dansen te houden. Leuk! Verrassend goed was vervolgens Summer Camp in de EKKO. Elizabeth Sankey en Jeremy Warmsley trokken gelijk alle aandacht door het eerste nummer akoestisch midden in de zaal te beginnen. Waar het debuut ‘Welcome To Condale’ hier en daar wat inkakt, wisten ze dat live uitstekend te voorkomen. Relaxte indie-wave-pop met een hoofdrol voor de prachtstem van Sankey.

 

Over stemmen gesproken: ik wist niet dat Christina Aguilera een zusje had! Niet dat de muziek van Zola Jesus daar ook maar enigszins op leek (integendeel), maar wát een geluid kwam er uit dat kleine zangeresje Niki Danilova! Begeleid door bombastische synths, Animal van The Muppets op drums en allerlei elektronica zorgde zij voor een overweldigende ervaring. Jammer dat het wel wat vlak was allemaal, door de bombast en het ontbreken van een hit. Of de songs van Bo Ningen hits zijn in Japan weet ik zo gauw niet, maar deze noiserockers zijn wellicht zelfs voor het land van hun afkomst (ze wonen in Londen) te extreem. Na drie nummers hadden we pas door dat onder alle jurken, gewaden en lange haren mannen schuil gingen. De ACU ging goed los op deze psychedelische rockshow, aan elkaar gepraat in het Japans. Alleen al om de naam moet dit eens naar Groningen komen!

 

De meer hypnotiserende kant van de psychedelica vonden we weer bij Suuns, de afsluiter in Tivoli. Lekker rockende delen werden afgewisseld door soms wat te lang doordreinende repeteerstukken, maar Suuns liet zien zo’n volle bak prima aan te kunnen. En toen stonden de zelfbenoemde hipsters van Utrecht al voor de deur te dringen voor de ‘Swingavond’, dus werd het hoog tijd om weg te gaan. Nog even de fietsen inleveren en ergens afpilzen was de bedoeling. Dit resulteerde in een legendarische alternatieve afterparty in de fietsenstalling onder CS, waar we bier en amandelstaaf voorgeschoteld kregen, de muziek op tien stond en we demo’s draaiden met de toevallig aanwezige jongens van Verborgen Bende (het Zweedse Eenzaamheid van Utrecht zeg maar), terwijl fietsbaas Jan onverstoorbaar verder sleutelde aan zijn stalen rossen. Jan en Yvar, bedankt! Mooi einde van een topweekend!