Dat Bradford Cox tomeloos is qua productie, is al tijden duidelijk. Verscheen er vorig jaar een plaat van Deerhunter, dit jaar is er weer ééntje van Atlas Sound. Parallax heet het en het is best lastig te verhapstukken. Dat Cox in zijn muziek vooral een sombere vogel is, wisten we al. En dat zijn teneergeslagen inborst duidelijker opvalt bij het ingetogen(er) Atlas Sound, wisten we ook. Maar Parallax spant wat dat betreft de kroon: nog nooit klonk Cox zo alleen, mismoedig en bedrukt als nu. Maar hij weet dat persoonlijke zo te verpakken, dat het interessant blijft. Niet alleen in teksten, maar ook in zijn muziek.

 

Van sober getokkel in Terra Incognita tot het tegen Deerhunter aanschurende The Shakes. Op Parallax graaft hij veelvuldig in de popgeschiedenis en koppelt het opgeduikelde aan zijn eigen geluid. Zo komt Bowie voorbij (Praying Man), net als de vroege(re) R.E.M. (Mona Lisa). Maar eigenlijk is hij op z'n best als hij dichtbij zichzelf blijft: dan is hij de fascinerende eenling met zijn eigen geluidjes en effecten. En gelukkig krijg je op Parallax, naast de Bradfort-doet-de-sterren-van-weleer, ook wat sample-werk voorgeschoteld; zo buitelen de loops in Te Amo sierlijk over elkaar heen. Maar meestal blijft de huisvlijt, bescheiden, op de achtergrond, wat het niet minder mooi maakt.

 

Het zijn juist de details die boeien, bijvoorbeeld de wendingen in de nummers: die zitten barstensvol drama en zijn soms onnavolgbaar. Deze elementen samen maken Parallax fantastisch. Maar dat besef komt langzaam, want Cox maakt het de luisteraar niet makkelijk met 'hits' of opgewekte klanken, zoals voorganger Logos dat hier en daar had. Maar goed, we zijn alweer twee jaar verder en Cox kent zijn toehoorders wel een beetje; die kunnen wel wat hebben en eten al tijden uit zijn hand. Parallax zal de band tussen Cox en zijn fans alleen maar beter maken.