De Band (een feuilleton) - Zestien microfoons
De Band - Zestien microfoons
Author: Igor
Foto: Peer
‘En deze Les Paul Standard 1959 is ons paradepaardje,’ begon Robert Jensen nadat hij DaMi de andere vintage gitaren en versterkers had laten zien. ‘Hier zijn legendarische partijen op gespeeld. Onder andere door die gozer van Tilly van ehh Moke.’
‘Ik wil eigenlijk wel beginnen,’ zei Vincent.
Jensen zette zijn koffiemok op een grote basversterker. ‘Oké, we nemen eerst de drums en bas op en daarna de gitaren en zang.’
‘Apart?’ vroeg Sjors. ‘Hoezo!? We kunnen toch beter live inspelen. Dat zijn we gewend.’
Robert legde een hand op Sjors’ schouder. ‘Luister…John was het toch hè? Sjors? Oké, luister Sjors: wij streven hier perfectie na. Als je de tracks afzonderlijk opneemt kun je dat veel beter controleren. Dan krijg je crystalcleare tracks en daar word deze meneer héél blij van, en geloof me Sjors: jij wordt daar straks ook heel blij van.’
Ze liepen een kamertje met een raampje binnen. In de met zachte noppen beklede ruimte stond een drumstel op een vaalrood tapijt omringd door microfoons. Het was alsof de Ludwig een nest zwarte slangen had geworpen, zoveel snoeren lagen er op de vloer.
‘Dit is de basisopstelling,’ zei de producer. ‘Zestien microfoons lijkt overdreven…’
‘Ja, zeg dat wel,’ schamperde Sjors.
‘…maar we hebben ook wel ‘ns drums opgenomen met 24 mics,’ vervolgde Jensen. ‘Ja Sjors, je kunt het ook oldschool met vier mics opnemen, maar als je straks zit te mixen en net een beetje snare, room of whatever wil toevoegen, is het er niet! Ik zeg altijd maar zo: weghalen kan altijd, toevoegen wat je mist, lukt niet meer. Dus hebben we een sm57 onder en boven de snare. En die extra mic bij de tom lijkt overdone, maar daar ga je met mixen echt blij van worden. Je kunt dan alle laag uit je overheads draaien, de toms gaten en ze lekker stereo in de mix leggen.’
‘Perfect toch,’ zei Michiel. Hij gaf Sjors een por, maar die keek nog steeds ernstig: ‘Moet je kijken wat een poppenkast. Ik moet wel de ruimte hebben om te kunnen spelen.’ Hij liep als een roofdier om zijn drumstel heen.
‘…en deze Neumann staat rechts achter de drums,’ maakte Jensen zijn opsomming af, ‘voor het übervette stereo drumgeluid bij de rechter tom en links achter bij de hihat ook eentje voor het übervette drumgeluid bij de snare.’
‘En tenslotte deze dure, maar hele fijne jongen.’ Jensen liep naar een condensatormicrofoon die 3 meter voor het drumstel op oorhoogte stond. ‘Deze roommic om heel vet gecompressed in de mix te leggen met een bak galm waar je aaaautch! tegen zegt.’
Sjors roffelde met zijn stokken op zijn dijbenen. ‘Ik vind het allemaal heel indrukwekkend, maar ik wil nu eindelijk wel beginnen.’
‘Okay! That’s the spirit, Sjors. Je hebt vast wel ‘ns met clicktrack gespeeld. Neehee? Maakt niet uit. Voor een drummer als jij is dat geen probleem.’
Toch voelde het voor Sjors alsof hij vanavond moest spelen in een bruiloftband.
‘Ik ga dus ècht niet met zo’n irritante tik spelen.’
(Wordt vervolgd)