No One Can Ever Know is het derde album van The Twilight Sad, het donkere mistroostige, muzikale gezelschap uit Kilsyth, vlakbij Glasgow.

Klonk de band op debuut Fourteen Autumns And Fifteen Winters nog als een ietwat folky psychedelische wervelwind, op opvolger Forget The Night Ahead trekt de band onder de werkelijk bezielende leiding van zanger James Graham, flink van leer en spat uit in een atmosferische vulkaan uitbarsting van diep en intens gitaargebrul van pedaal liefhebber Andy MacFarlane.

 

Op No One Can Ever Know slaat de Twilight Sad wederom een andere weg in en wordt er met behulp van analoge synthesizers een industrieel Depeche Mode geluid gecreeerd ('another bed') en de elektronisch pompende ritmes doen onmiddellijk aan New Order ('kill it in the morning') en The Editors ('sick') denken. De loodzware gitaar is wat meer naar de achtergrond gedrukt, helaas en tegen Graham met zijn dikke Schotse accent die doet denken aan James Allan (Glasvegas), wil ik zeggen, shut up for a minute and unleash the beast that is MacFarlane.

 

Ik zag de band vorige week in een club in Nottingham en na een wat sloom intro van zo'n drie nummers stapte MacFarlane op zijn pedalen en veranderde de set in een heerlijk zompig warm bad van gitaar wah wah en fuzz. Als in drijfzand werd je meegezogen op het ritmisch samenspel van de bassist en drummer en Graham, die in gebreide sweater zijn hartzeer weemoedig in de microfoon lispelt, draalde als een verlegen puber die op het matje wordt geroepen.

'Dead city' was het muzikale hoogtepunt. Duister, kil en meeslepend met een intrigerend pompend ritme zette de band een muur van geluid neer, explosief in kenmerkende eenvoud die de Schotten zo aandoenlijk maakt.